19 augustus 2014

Stad kan energiebevoorrading zelf mee in handen nemen

Dat er in de komende winter mogelijk een stroomtekort zou kunnen komen, is vooral te wijten aan een beleid dat kernenergie blijft steunen. De uitweg uit dit mogelijk risico is nu eindelijk voluit groene keuzes maken. Groen herhaalt haar voorstel voor een lokaal energiebedrijf.

De discussie over de mogelijke stroomtekorten die zouden kunnen optreden in de komende winter wordt stilaan hallucinant. Die partijen die jarenlang in het parlement de nucleaire uitstap hebben tegengewerkt, en daarmee ook de opbouw van de alternatieven, klagen nu via hun lokale vertegenwoordigers dat er een probleem zou kunnen komen op het vlak van bevoorrading. Wat de ecologisten al zoveel jaar zeggen, wordt nu (nog maar eens) bewezen: kernenergie is het probleem, niet de oplossing. Als het licht al zou uitvallen, dan is dat te wijten aan een beleid dat jarenlang de nucleaire optie is blijven verdedigen. Andere landen staan jaren voor op ons. Dat een partij als de NVA zelfs nu nog altijd blijft pleiten voor een nieuwe kerncentrale tart elke verbeelding

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Wat de lokale besturen nu vooral niet moeten doen, is in een hoekje gaan zitten zeuren en afwachten. Zelf de paniek mee versterken, dat is net niet wat je moet doen. Nu nog actiever dan ooit de eigen burgers helpen bij het verlagen van hun energiefactuur door energiebesparing, dat is een duurzame oplossing. Maar er is meer nodig. Lokale besturen moeten zelf mee verantwoordelijkheid nemen voor het hele energiebeleid, inclusief de bevoorrading. Daarom stelden wij een jaar geleden al voor dat Leuven zou beginnen met een eigen lokaal energiebedrijf . Tot nu toe werd er op ons voorstel erg afwachtend gereageerd, en dat is niet slim. Dit is het moment om eindelijk werk te maken van een robuust instrument voor een duurzaam, decentraal en veerkrachtig energiebeleid. Waar wachten we nog op?”

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid


(foto: "Combined heat and power solar installation on barn roof in Western Europe 3" by Stefan Thiesen - Own work.)

27 juli 2014

Bedrijven ondersteunen bij energiebesparing? Dubbele winst

22/07/2014

Groen wil voor Leuven een project rond ‘trajectbegeleiding energiemanagement’. Via zo’n uitgebreide begeleiding kunnen bedrijven forse energiebesparingen realiseren. Zo besparen ze energie en geld, wat ook de stad ten goede komt.

In het traject om Leuven klimaatneutraal te maken, hebben ook de bedrijven een belangrijke rol te spelen. Zij zijn immers partners in het project Leuven Klimaatneutraal 2030. Met een gerichte ondersteuning is veel te doen, en een voorbeeld uit de stad Gent bewijst dat dat kan.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “In Gent werd tussen 2012-2014 een pilootproject rond trajectbegeleiding energiemanagement opgezet. 15 bedrijven uit allerlei sectoren deden mee. Het begeleidingstraject bestond uit de opmaak van een energie-audit, het opstellen van een energieactieplan en de  begeleiding bij de uitvoering van dat plan. Hiervoor konden de bedrijven een premie van € 5.000 krijgen. De ervaringen zijn zeer positief. De 15 bedrijven hebben samen al een jaarlijkse besparing gerealiseerd van 1.820 ton CO2 of € 357.7000. En de potentiële besparing ligt zelfs nog een heel stuk hoger. De stad Gent heeft nu beslist om het project uit te breiden. Er zijn middelen voorzien voor het  intensief begeleiden van 110 bedrijven.”

David Dessers (gemeenteraadslid): “Dit is een zeer interessant voorbeeld van wat er mogelijk is door een goede begeleiding. De bedrijven die deelnamen in Gent zeggen zelf dat ze met enkel een energie-audit veel minder zouden hebben gedaan. Deze aanpak – met nog begeleiding na de uitvoering van een energie-audit – loont dus, en betekent een dubbele winst: minder energie, minder kosten, wat ook voor de stad rendeert. Wij stellen voor dat in het kader van Leuven Klimaatneutraal een gelijkaardig project wordt voorbereid. Er zijn nu al initiatieven door VOKA, VKW en Unizo die zich richten op energiebesparing. Er zullen dus zeker heel wat bedrijven te vinden zijn die in een dergelijk meer structureel project willen participeren.”

Fatiha Dahmani en David Dessers, gemeenteraadsleden

Groen vraagt reactie stadsbestuur tegen lawaaihinder vliegtuigen

02/06/2014

De opstijgroute ‘Leuven rechtdoor’ die sinds een tijd gebruikt wordt voor de vliegtuigen die van Zaventem vertrekken, zorgt voor erg veel lawaaihinder in onder meer Wilsele en Wijgmaal. Groen vindt dat het stadsbestuur zich niet mag neerleggen bij deze situatie en een meer rechtvaardige spreiding van de vliegroutes moet bepleiten.

De opstijgroute ‘Leuven rechtdoor’ van op baan 07R van de luchthaven is officieel in voege sinds 6 maart 2014. Tot dan maakten alle vertrekkende vliegtuigen van op baan 07R (bij oosten/noordenwind) kort na het opstijgen ofwel een scherpe bocht naar links (bestemming in het noorden en het westen), of een scherpe bocht naar rechts (bestemming in het oosten en het zuiden).

Sinds 6 maart is de situatie nog steeds dezelfde wat de bocht naar links betreft. De scherpe bocht naar rechts daarentegen, die de opstijgende vliegtuigen een tracé over de zuidkant van Leuven deed volgen, is afgeschaft. Alle vluchten naar het zuiden en het oosten (60-75 % van het vliegverkeer vanuit Zaventem) moeten nu de route ‘Leuven rechtdoor’ aanhouden. Dat tracé loopt, vanaf het punt waar vroeger de bocht naar rechts werd ingezet, nu in een rechte lijn tot boven Rotselaar. Pas daar wordt de bocht naar rechts gemaakt, in een ruime boog om Leuven heen.

Deze situatie zorgt voor veel bijkomende lawaaihinder – ook de voorbije dagen weer – in delen van Wilsele en Wijgmaal, waar men nu ook al altijd het dalende vliegtuigverkeer te verwerken krijgt, verdeeld over twee aanvliegroutes voor de landingsbanen 25R en 25L. Dat wil dus zeggen dat de bewoners van dit gebied (Nederokkerzeel – Winksele Delle – Wilsele/Wijgmaal - Tildonk – Wakkerzeel/Haacht – Rotselaar) nu geen enkele dag meer kennen zonder vliegtuiglawaai. Ze horen ofwel dalers, ofwel stijgers.

Hilde Van Wichelen (gemeenteraadslid): “De hinder van de stijgende en dalende vliegtuigen moet minstens op een rechtvaardige manier gespreid worden, en dat is volgens ons nu niet het geval. Uit de reacties van de luchtverkeersleiders blijkt trouwens dat er ook heel wat technische en veiligheidsvragen te stellen zijn bij de manier waarop deze route nu gebruikt wordt voor de bewegingen van dalen en stijgen. Daarom stelden we hierover aan schepen Devlies enkele vragen tijdens de gemeenteraad van 26 mei. Uit de antwoorden bleek dat het stadsbestuur niet officieel op de hoogte was gebracht van de nieuwe opstijgroute ‘Leuven rechtdoor’. Verder bleek dat de schepen blijkbaar enkel zou willen reageren tegen de huidige situatie als zou blijken dat de opstijgprocedure niet correct wordt uitgevoerd. Dat is voor de inwoners van Wilsele en Wijgmaal een onvoldoende antwoord.”

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Van het college verwachten we een forsere houding in dit dossier. In overleg met de andere betrokken gemeenten zou Leuven ervoor moeten pleiten dat er een meer rechtvaardige spreiding komt van de routes en de daarmee verbonden lawaaihinder. Dat standpunt zou op korte termijn publiek moeten gemaakt worden, zodat het een rol kan spelen in de komende regeringsonderhandelingen, waarin dit dossier zeker op de tafel zal komen. We zullen het punt opnieuw agenderen op de volgende gemeenteraad.”

Hilde Van Wichelen en Fatiha Dahmani

Er zijn grenzen aan wat we aan reclame kunnen verdragen

09/05/2014

Groen is niet te spreken over de immense reclamedoeken die zijn opgehangen aan het Martelarenplein. Het kan niet dat commerciële reclame in dergelijke mate dominant aanwezig is in de publieke ruimte. Dat moet anders en beter kunnen. Groen stelt foto’s voor in het kader van 50 jaar migratie.

Iedereen heeft ze ondertussen al wel gezien, de werkelijk immense reclamedoeken van een bekend Leuvens biermerk die zijn opgehangen aan de stellingen die zijn gezet voor gevelrenovatie op het Martelarenplein.

Lies Corneillie (gemeenteraadslid, 1ste opvolgster Vlaamse lijst): “Het stadsbestuur zou dit niet mogen toestaan. Grote doeken aan stellingen kunnen een verrijking zijn in de publieke ruimte, maar dan wel op een heel andere manier. Wij stellen voor dat Leuven zich inspireert op wat er nu gebeurt in Mechelen. Daar wordt het thema 50 jaar migratie aangegrepen om in het straatbeeld grote foto’s aan te brengen met Mechelaars van verschillende origine. Dat idee kan ook in Leuven omgezet worden, bv. in samenwerking met de KULeuven .”

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Heel veel mensen storen zich aan die megareclamepanelen, en terecht. Reclame is tegenwoordig werkelijk overal aanwezig, en daar willen we ons niet bij neerleggen. Zeker in de publieke ruimte zou zuiver commerciële reclame niet op die schaal mogen worden toegestaan. Als er een stelling zou staan aan de Sint-Pieterskerk, zou er ook geen grote reclamedoek op mogen met bierreclame. Waarom zou dat dan wel mogen op het Martelarenplein? Het stadsbestuur moet dit soort toestanden voorkomen.”

Lies Corneillie en Fatiha Dahmani

Groen pleit voor een tijdelijke randparking aan de Vaartzone

17/02/2014

Groen is voorstander van de uitbouw van een tijdelijke randparking in de Vaartzone, op een van de verlaten terreinen daar. Op die manier kunnen mensen overstappen op het openbaar vervoer en kan er een antwoord geboden worden aan de huidige parkeerproblemen op de Kolonel Begaultlaan.

Op dit moment is er in de Vaartzone, onder meer door de aan de gang zijnde werken, een tekort aan randparkeergelegenheid. Als gevolg daarvan wordt er langdurig geparkeerd langsheen de Kolonel Begaultlaan. Dit is nadelig voor de plaatselijke KMO’s en winkels. In deze zone is er geen openbaar vervoer voorzien.

Groen stelt voor om een tijdelijke Park-and-Ride (P+R) te voorzien in de Vaartzone, op een van de verlaten terreinen. Door dat te doen op een plaats waar wel een aansluiting op het openbaar vervoer is, kunnen de huidige parkeerproblemen worden verlicht, en kunnen meer bezoekers ervan overtuigd worden hun auto aan de rand van de stad te laten staan.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Gezien de werken aan het Engels Plein is er in de Vaartzone nood aan tijdelijke parking. Via de E314 komen heel wat mensen die werken in Leuven aan in de Vaartzone en zoeken daar een tijdelijke parkeerplaats om hun plooifiets of het openbaar vervoer te nemen en zo hun eindbestemming te bereiken. Er zijn volgens ons mogelijkheden om tijdelijk een randparking te voorzien. Heel wat terreinen staan momenteel leeg of zijn niet in gebruik, zoals bv. het terrein van het voormalige Indaver dat al dienst heeft gedaan voor een tijdelijke opvang van een warenhuis. Dit terrein heeft het voordeel dat het al geasfalteerd is en ingedeeld in parkeerplaatsen. Het tweede voordeel is dat er openbaar vervoer beschikbaar is. De lijnen 630, 335, 334 en 333 bedienen de Aarschotsesteenweg op frequente tijdstippen. Aan deze bushalte stoppen lijn 333 Tremelo-Leuven (1 per uur), lijn 334 Aarschot-Leuven (enkel spitsbediening), lijn 335 Aarschot-Leuven (1 per uur) en lijn 630 Haasrode-Remy (2 per uur, in de spits 3 à 4 per uur).”

Groen legt dit voorstel maandag 17 februari voor aan de gemeenteraad.

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid

Naar een stedelijk warmtenet in Leuven

01/02/2014

Groen is voorstander van de uitbouw van een stedelijk warmtenet in Leuven. Daarbij gaat het over het grootschalig opwekken van warmte, of het aanwenden van restwarmte. Dat heeft duidelijke ecologische voordelen en past in een klimaatneutrale strategie. Als eerste stap moet een haalbaarheidsstudie worden opgemaakt op basis van een warmtekaart.

Een warmtenet is te vergelijken met een grootschalig systeem van centrale verwarming. Zo’n systeem kan bv. voor een groep huizen of appartementen warmte opwekken. De gebruikte techniek bepaalt daarbij hoe duurzaam die oplossing is. Zo biedt een techniek als warmtekrachtkoppeling voor stadsverwarming een milieuvoordeel tegenover individuele CV-ketels. Het kan ook gaan om het recupereren van restwarmte (bv. van een industrieel proces). Een distributiesysteem van geïsoleerde leidingen (met ook opslagcapaciteit) brengt dan de warmte tot bij de gebruikers.

Er zijn voor- en nadelen aan het systeem, maar het is alleszins duidelijk dat deze techniek in ons land op dit moment nog maar erg weinig gebruikt wordt, in vergelijking met andere EU-landen. In een stedelijke context, met een hoge dichtheid aan economische en woonfuncties, zijn er nog erg veel mogelijkheden voor moderne warmtenetten. Warmtenetten kunnen voor nieuwe (en bestaande) bebouwing erg nuttig zijn in het kader van het project Leuven Klimaatneutraal.

Bij het stadsbestuur circuleert het idee van een warmtenet blijkbaar al. In de wetenschappelijke studie bij het project LKN is regelmatig sprake van de optie warmtenetten. En sommige bedrijven maken zich nu al klaar voor een warmtenet. Zo is het project van Virix voor studentenhuisvesting zo geconcipieerd dat het kan aansluiten op een toekomstig warmtenet. Tijd dus om een stap vooruit te zetten.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “In Leuven zijn er al enkele voorbeelden van wat wij voorstellen. Bij  Sint-Maartensdal is er een WKK-installatie. Er is een proefproject in voorbereiding van Vlario, om samen met Dijledal warmte uit rioolwater opnieuw te gebruiken. Maar wij willen meer dan een intentieverklaring, namelijk een grondig onderzoek naar welke plaats een stedelijk warmtenet kan innemen in de strategie voor Leuven Klimaatneutraal.”

David Dessers (gemeenteraadslid): “In de discussies tussen de partners van LKN2030 is er al wel eens gesproken over een warmtenet, maar erg concreet is het allemaal nog niet. Met Groen maakten we een achtergronddossiertje, waarin de techniek wordt toegelicht. Wij stellen nu voor dat Leuven een haalbaarheidsstudie laat maken waarin het potentieel voor een warmtenet wordt onderzocht. De eerste stap daarvoor is het maken van een warmtekaart, die in beeld brengt waar enerzijds grote warmteproducenten zitten (die mogelijk restwarmte hebben) en anderzijds waar de warmtevraag geconcentreerd is. Op basis daarvan kan dan studiewerk gebeuren en kunnen bijkomende pilootprojecten worden opgestart.”

David Dessers en Fatiha Dahmani, gemeenteraadsleden

Dossier

Gesloten winkeldeuren voor een klimaatneutraal Leuven, het kan

10/01/2014

Het is moeilijk te begrijpen, maar zelfs bij zeer lage temperaturen laten erg veel winkels gewoon hun deuren open staan. Groen wil een klimaatneutrale stad en wil winkeliers helpen om hun energiefactuur te doen dalen. De stad zou nieuwe initiatieven moeten nemen om winkeliers ervan te overtuigen hun deuren te sluiten.

UNIZO-Limburg en de stad Hasselt starten, samen met het Vlaamse Energieagentschap, een campagne om winkeliers ervan te overtuigen om op koude dagen hun deuren gesloten te houden. De stad Hasselt overweegt zelfs om een CO2-taks in te voeren als deze campagne geen effect zou hebben.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Heel wat winkels verbruiken op koude dagen onnodig veel energie door hun buitendeuren gewoon open te laten staan. Het klassieke argument is dat de klanten anders gewoon niet binnen zouden komen. Het kan nochtans anders. Er zijn heel wat relatief eenvoudige oplossingen om dat enorme energieverlies op koude dagen te verminderen. Enkele winkels sensibiliseren nu al hun klanten met berichten op hun deuren, of kiezen voor goede technische oplossingen, zoals schuifdeuren of luchtgordijnen.”

De stad Leuven nam eerder al initiatieven, zonder succes. Het is tijd voor een nieuwe campagne, samen met UNIZO. Als Leuven klimaatneutraal wil worden, dan ligt hier een grote kans om winkeliers te overtuigen van het nut van maatregelen. En de cijfers spreken voor zich. In de meeste gevallen is er met gemak 30 tot 40% op de energierekening te besparen door het nemen van eenvoudige maatregelen en aanpassingen. Een winkeldeur van 3 x 2 meter die altijd open staat, kost aan warmteverlies zo’n € 3.000 per jaar (gemiddeld). (Zie: http://www.klimaatverbond.nl/projecten/houd-de-warmte-binnen .)

David Dessers (gemeenteraadslid): “Wij stellen voor dat de stad gaat overleggen met UNIZO over hoe ook in Leuven nog dit jaar een campagne kan worden opgestart. UNIZO ontwikkelde al speciaal promomateriaal, dat kan ook gebruikt worden in Leuven. Daarnaast kan de stad zelf ondersteunend materiaal ontwerpen, zoals een sticker ‘Leuven klimaatneutraal, ik doe mee!’. Het kan nuttig zijn premies te voorzien voor kleinere winkels die investeringen willen doen, zoals voor schuifdeuren. En als er niets verandert, zou ook gedacht kunnen worden aan meer sturende maatregelen, zoals in Hasselt.”

Fatiha Dahmani en David Dessers, gemeenteraadsleden

Leuven mist de kans op een echte transitie naar de duurzame en rechtvaardige ecostad van morgen

16/12/2013

Tijdens de gemeenteraad van december zal er gedebatteerd worden over het meerjarenplan 2014-2019 en de begroting 2014. Groen is gematigd tevreden over het feit dat de besparingen niet leiden tot forse inkrimpingen van personeel of dienstverlening, maar maakt zich toch zorgen over de perspectieven voor de meest kwetsbaren, onder meer op de woningmarkt. Groen is verder bijzonder teleurgesteld in een aantal inhoudelijke keuzes. Dit is het moment voor eenduidige en structurele keuzes voor een klimaatneutrale stad van de toekomst. Leuven laat die kans liggen, en kiest zelfs ondubbelzinnig voor een mobiliteitsbeleid dat ons enkel terug naar het verleden kan brengen.

Voor het eerst werkt Leuven in het kader van de nieuwe beleids- en beheerscyclus met een financieel meerjarenplan. Daarin moet het stadsbestuur de financiële vertaling van de inhoudelijke keuzes voor de volgende jaren vastleggen. Samen met de begroting 2014 die ook voorligt, ontstaat zo een beeld van de echte prioriteiten en visie van dit stadsbestuur.

Het zijn momenteel budgettair moeilijke tijden voor alle overheden. In die context is het essentieel dat enerzijds de besparingen niet worden afgewenteld op de meest kwetsbaren, en dat anderzijds prioritair wordt geïnvesteerd in oplossingen van de toekomst, niet van het verleden. Als we dat principe als graadmeter nemen, is het resultaat gemengd: van gematigd positief, tot uitermate negatief.

  1. Het is duidelijk, bij een grondige lezing van de documenten, dat er in veel opzichten aanzienlijk wordt bespaard, over de hele lijn. Dat dat niet leidt tot forse verminderingen van het personeelsbestand of de basisdienstverlening is op zich een goede zaak. Leuven doet het in die zin beter dan sommige andere steden, maar dat ligt ook in belangrijke mate aan het socio-economisch profiel van deze stad. Toch is waakzaamheid geboden. We betreuren dat de omvang van de besparingen die de stad het OCMW heeft opgelegd relatief gezien groter is dan wat de stad zichzelf heeft opgelegd. De manier waarop binnen het OCMW die zware besparingen zijn omgezet in beleid, is voor ons wel aanvaardbaar. Verder hebben we veel moeite met maatregelen als het schrappen van de steun voor de papierslag door jeugdverenigingen.
  2. In tijden van toenemende ongelijkheid en maatschappelijke verharding blijft er een reëel risico voor de meest kwetsbaren in onze stad. Velen zijn al weggetrokken uit Leuven, anderen schuiven steeds verder in de marge van de samenleving. Hoewel het stadsbestuur een reeks sociale inspanningen levert, en bv. investeert in kinderopvang, blijft de eindbalans niet goed genoeg. Zo blijven we erbij dat dit stadsbestuur te weinig ambitieus is op het vlak van woonbeleid. We hadden graag gezien dat het AGSL een taakverruiming kreeg tot een meer actieve actor op de woningmarkt, sterker vertrekkend van innovatieve woonconcepten als samenhuizen en gericht op versterking van de huursector. Die trendbreuk komt er niet. Wat nu zal geïnvesteerd worden in wat omschreven wordt als betaalbaar wonen zal onvoldoende effect hebben. De tweedeling op de Leuvense woningmarkt zal nog toenemen.
  3. Met veel bombarie aankondigen dat je klimaatneutraal gaat worden is één zaak, die keuze omzetten in structureel beleid is iets anders. En wat dat betreft, zijn we bijzonder teleurgesteld. Leuven klimaatneutraal blijft ‘een hoofdstuk’ naast de andere, wat men ook beweert. Het is niet het principe dat consequent wordt doorgevoerd in alle beleidsdomeinen, zelfs integendeel. Er worden enkele goede eerste stappen gezet in de richting van energetische renovatie van gebouwen. Dat kan een positief effect hebben, al zal het lang niet genoeg zijn. Om echt de transitie naar een klimaatneutrale stad in te zetten, moet men structureel de wissels omzetten. En de beleidsintenties op het vlak van mobiliteit bewijzen dat het stadsbestuur dat nu net niet wil doen. Men kan nog honderd vormen van newspeak uitvinden die het project omschrijven als een ‘randparking’ of als een ‘overgangsmaatregel’, de voorziene Bruulparking heeft absoluut niets met klimaatneutraliteit te maken, integendeel. Het zal voor lange tijd bezoekers per auto tot diep in de stad aantrekken, en zo een verkeerd mobiliteitsysteem betonneren. Wat men daarnaast wil investeren in fietsbeleid, is een lachertje. Wat men waarschijnlijk pragmatisme zal noemen, is zonder meer een keuze voor de oplossingen van gisteren.
  4. Ten slotte hebben we de sterke indruk dat een aantal beloftes van het stadsbestuur in de feiten al terug zo goed als begraven zijn. Zo is het opvallend dat er rond participatie door burgers weinig of niets zal veranderen. In de meerjarenbegroting worden wel enkele budgetten voorzien voor participatie, maar samen met wat er in de bestuursnota staat kunnen we toch besluiten dat er geen sprake is van een kentering op dat vlak. Verder valt op waar blijkbaar de echte prioriteiten liggen voor het stadsbestuur. De Bruulparking moet er koste wat het kost (letterlijk zelfs) komen, maar investeren in de jeugd via Hal 9 op de Werkplaatsen zit er niet in. En de beloofde nieuwe podiumkunstenzaal krijgt enkel een ‘haalbaarheidsstudie’.
Dat het stadsbestuur een financieel debacle kan vermijden, is lovenswaardig. Maar het is niet genoeg. Niet alleen blijven de risico’s voor de sociaal meest kwetsbaren veel te groot. Het stadsbestuur durft het niet aan om structurele keuzes te maken voor duurzaamheid, en begraaft zo het eigen streven naar klimaatneutraliteit. Dat laatste is een gevaarlijke vorm van kortetermijndenken, waarvoor we als stad nog een zware maatschappelijke en financiële prijs zullen betalen. Dit was het moment om voluit te beginnen met de koerswijziging naar een duurzame en rechtvaardige ecostad. De plannen die nu voorliggen, bewijzen dat dit stadsbestuur het niet aandurft om echt te kiezen voor die transitie, en dat is een bijzonder slechte zaak.

Fatiha Dahmani, fractieleidster

Leuven Klimaatneutraal van start: daden graag nu, en zeker geen promotie van kernenergie

09/11/2013

Vandaag werd Leuven Klimaatneutraal 2030 (LKN 2030) gelanceerd met een groot startevenement. Groen is blij dat de campagne kan starten met een breed platform, maar maakt zich tegelijk zorgen. Het komt in de eerste plaats aan de overheid toe om nu duidelijke keuzes te maken. Van de partners van LKN mag men verwachten dat ze ook echt nieuwe initiatieven nemen. En voor de promotie van kernenergie is er echt geen plaats in LKN 2030…

De campagne om Leuven klimaatneutraal te maken tegen 2030 ging vandaag officieel van start met een groot evenement. Groen is blij dat heel wat burgers, organisaties en bedrijven mee hun schouders willen zetten onder deze campagne. Nu de organisatiestructuur voor LKN 2030 stilaan op punt staat, is de voorbereidende fase achter de rug.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “We zijn verheugd over het succes van de voorbereiding van LKN 2030 tot nu toe. Maar we willen nu ook daden zien, zeker van het stadsbestuur. Het hebben van een brede structuur mag immers geen excuus zijn voor het stadsbestuur om zelf niets te doen. In de beleidsverklaring van het stadsbestuur stonden bitter weinig concrete verbintenissen. Wat er wel duidelijk in stond, is dat men koste wat het kost wil doorgaan met de bouw van de Bruulparking. En dat staat zonder meer haaks op het streven naar klimaatneutraliteit, wat ook duidelijk blijkt uit het wetenschappelijk rapport voor LKN 2030. Een beslissend moment zal de bespreking worden van de meerjarenbegroting, tijdens de gemeenteraad van december. Dan zullen weten wat het stadsbestuur echt van plan is.”

David Dessers (gemeenteraadslid): “Het is op zich natuurlijk goed dat veel partners willen aansluiten bij LKN 2030, maar dat simpele feit volstaat niet. Wie meedoet, zou zich ook echt moeten engageren om sterke en nieuwe initiatieven te nemen. Op basis van wat we nu weten, is dat voor een aantal partners niet het geval. Zeggen dat men “duurzame mobiliteit gaat aanmoedigen” (KBC) is wel erg vaag. En de “aansluiting van decentrale productie op het net” (Eandis) is zeker nuttig, maar het valt te hopen dat men dat sowieso al deed, los van LKN 2030. We vragen dus dat de raad van bestuur van LKN 2030 van de partners eist dat er sterke, controleerbare en vooral nieuwe verbintenissen komen van de partners, geen herverpakking van regulier beleid met een groene saus. En wat we al helemaal niet willen, is dat er binnen LKN 2030 plaats wordt gemaakt voor bedrijven die actief nucleaire energie willen promoten, zoals het bedrijf MMR, een van de stichtende leden van LKN 2030. Ook daarover is het wetenschappelijk rapport voor LKN 2030 erg duidelijk. We vragen hierover duidelijkheid van de raad van bestuur. Het project om Leuven klimaatneutraal te maken mag op geen enkele manier een promotie van kernenergie worden.”

Tie Roefs (provincieraadslid en lid raad van bestuur Dijledal): “Uit het wetenschappelijk rapport blijkt dat 60% van de CO2-uitstoot in Leuven wordt veroorzaakt door gebouwen. Wij willen dan ook dat de sociale huisvestingsmaatschappijen voluit kiezen voor een klimaatneutraal engagement. In de raad van bestuur van Dijledal hebben we voorgesteld dat de maatschappij ook mee zou participeren in de structuur van LKN 2030. Voor een lidmaatschap in de algemene vergadering was het blijkbaar al te laat. Dat is zonder meer een gemiste kans. Naast de stad zelf zijn ook AGSL en het OCMW ondertussen vertegenwoordigd in LKN 2030. Wij vragen dat Dijledal er alles aan doet om een structurele participatie te verzekeren en ook voluit werk maakt van klimaatneutrale sociale huisvesting.”

Fatiha Dahmani, David Dessers en Tie Roefs

Groen deed rondvraag over toekomst station Wijgmaal

12/10/2013

Het stationsgebouw van Wijgmaal krijgt een nieuwe bestemming. Het stadsbestuur heeft een concessie uitgeschreven om een investeerder te vinden. Maar wat willen de inwoners van Wijgmaal zelf met deze plek? Groen ging het hun vragen, en pleit voor actieve participatie rond dit project.

Vrijdagochtend aan het station en zaterdagvoormiddag in buurt heeft Groen de mensen aangesproken en hun gevraagd wat zij zouden wensen dat er met de invulling van het oude stationsgebouw zal gebeuren. Het gebouw is er heel erg aan toe. De stad zoekt een investeerder en schreef een concessie uit. In de loop van de volgende weken kunnen kandidaten zich melden. Binnen het project moeten een commerciële en een gemeenschapsruimte voorzien worden.

Hilde Van Wichelen (gemeenteraadslid): “Wij vinden het belangrijk om ook de stem van de mensen van Wijgmaal zelf te horen. Het zou jammer zijn als er een invulling komt die helemaal niet aansluit bij wat de inwoners nuttig of nodig vinden in hun omgeving. Daarom hebben we die bevraging georganiseerd. We hopen dat de stad echte participatiemogelijkheden voorziet voor de bevolking en rekening houdt met hun wensen. Uit de bevraging kwam heel wat interessante voorstellen. Ten eerste viel op dat iedereen blij is dat het gebouw een hernieuwde bestemming zal gaan krijgen. Men hoopt wel dat het gebouw in de originele staat zal hersteld worden. Ten tweede hoorden we van veel mensen dat ze het heel belangrijk vinden dat het een ontmoetingsplaats wordt, een aangename pleisterplaats voor de mensen van Wijgmaal, de treinreizigers en de voorbijrijdende fietsers.”

Een overzicht van enkele van de vele voorstellen die we hoorden:

  • Maak er een soort wijkcentrum van met een zaaltje dat mensen of verenigingen kunnen huren voor activiteiten.
  • Gebruik dat wijkcentrum als culturele ontmoetingplaats, voor expo’s, lezingen of optredens. 
  • Zorg voor een verwarmde wachtruimte waar mensen op de trein of bus kunnen wachten. Een ticketautomaat voor treintickets, toiletten en een elektronisch bord met treininformatie zouden zeker nuttig zijn.
  • Voorzie meer fietsenstallingen in de buurt van het station en zorg zo mogelijk voor een Fietspunt, waar ook kleine herstellingen kunnen worden uitgevoerd.
  • Maak er een plek van waar mensen kunnen telewerken, met gratis Wifi.
  • Zorg voor een gezellig café of een koffiebar in het gebouw.
  • Zorg ervoor dat mensen daar ook een krant kunnen kopen (de laatste krantenwinkel in Wijgmaal is onlangs gesloten).
  • Maak er een uitleenpunt van de bibliotheek van, een boekenwinkeltje of een literair café met bijvoorbeeld voorleesmomenten voor kinderen.
  • Maak er een kinderopvang of crèche van.
Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Onze bevraging was zeer nuttig. Het is duidelijk dat de inwoners zich betrokken voelen bij wat er met het gebouw zal gaan gebeuren. We hopen dat het stadsbestuur ook actief gebruik zal maken van de ideeën van de inwoners, en dat door de organisatie van een actief participatietraject. Om te garanderen dat de gemeenschapsfuncties die zullen worden voorzien in het project ook echt aansluiten bij wat de mensen zelf willen, zou het beter zijn als de stad zelf ook investeert in het gemeenschapsgedeelte van het project, en het niet volledig overlaat aan een privé-investeerder. Zo zou men een belangrijk signaal geven aan de bevolking van Wijgmaal dat men iets positiefs voor hen wil doen.”

Hilde Van Wichelen en Fatiha Dahmani

27 augustus 2013

Een lokaal energiebedrijf voor een klimaatneutraal Leuven

Groen is voorstander van de oprichting van een lokaal energiebedrijf voor Leuven. Zo’n energiebedrijf kan een belangrijke rol spelen in het streven naar klimaatneutraliteit. Bij voorkeur wordt gekozen voor een ruim takenpakket en worden verschillende partners bij het energiebedrijf betrokken. Een lokaal energiebedrijf kan de middelen verzamelen om de noodzakelijke investeringen in energiezuinigheid te financieren en kan ervoor zorgen dat zoveel mogelijk Leuvenaars toegang krijgen tot hernieuwbare energie.

Leuven wil klimaatneutraal worden tegen 2030, officieel dan toch. In de loop van de volgende maanden zal duidelijk worden of het stadsbestuur bereid is om verregaande en ambitieuze maatregelen te nemen om het project definitief op de sporen te zetten en of het erin zal slagen om kernpartners zoals KU Leuven, Ertzberg of De Lijn volop hun rol te laten spelen. Wat er hierover in het bestuursakkoord staat, stelt ons op dat vlak voorlopig helemaal niet gerust. Willen we Leuven klimaatneutraal maken, zal er een hoop centen nodig zijn om al die maatregelen te financieren. Er zijn investeringen nodig in onder meer het gebouwenbestand maar ook in allerhande innovatieve projecten. Daarnaast hebben we ook nood aan sterke instrumenten om b.v. grootschalige isolatie- en andere projecten uit te voeren en in een hogere versnelling te brengen. Bij dat alles zouden verschillende partners, waarbij ook burgers, moeten betrokken worden. Volgens Groen kan een lokaal energiebedrijf die rol vervullen.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Tot nu toe wordt er in het kader van Leuven Klimaatneutraal 2030 wel gesproken over een ‘klimaatfonds’, maar dat idee blijft veel te vaag en zal volgens ons niet volstaan om tot een echte versterking van het beleid te komen. Daarom willen we het concept van een lokaal energiebedrijf voorstellen. In Nederland hebben op dit moment al heel wat gemeenten een eigen lokaal duurzaam energiebedrijf. Zo’n energiebedrijf kan verschillende taken hebben: (1) productie, levering en beheer van duurzame energie in eigen regio, (2) financiering van en participatie in de duurzame energieprojecten, (3) energiebesparing. En in ons land heeft Hasselt ondertussen ook een eigen energiebedrijf.”

David Dessers (gemeenteraadslid): “In Leuven kan een lokaal energiebedrijf het stadspatrimonium helpen klimaatneutraal te maken en kan het samen met de universiteit, burgers en bedrijven allerhande voorbeeldprojecten opzetten. Zo’n energiebedrijf kan ook restwarmte van bedrijven in kaart brengen en nuttig gebruiken en het kan energiebesparing collectief per wijk aanpakken. Ook de samenaankoop van duurzame stroom kan een mogelijke taak zijn. Wetenschappers van de KULeuven rekenden ons voor dat het klimaatneutraal maken van onze stad op de langere termijn zichzelf terugbetaalt. Maar vandaag is er wel nood aan financiering om al die investeringen mogelijk te maken. Een lokaal energiebedrijf kan die middelen verzamelen, onder meer via originele vormen van financiering, zoals crowdfunding. Het zou ook kleinschalige projecten voor hernieuwbare energie kunnen ondersteunen. Er moet bekeken worden wat de meest aangepaste juridische structuur is voor zo’n bedrijf. In elk geval moeten geïnteresseerde partners als burgers, middenveldorganisaties, bedrijven en kenniscentra eraan deelnemen. Zo kunnen de Leuvenaars zelf een actieve rol spelen in de klimaatneutrale transformatie van hun stad.”
Fatiha Dahmani en David Dessers, gemeenteraadsleden

01 augustus 2013

Doe iets aan hitte-eilanden, ook in Leuven

Iedereen heeft het al wel eens gemerkt: in de stad lijkt het bij heet weer altijd een stukje warmer dan daarbuiten, zeker ’s avonds. Het verschil kan tot enkele graden bedragen. Groen vindt dat het – net als in andere steden – tijd is voor een heuse strategie om van Leuven een klimaatbestendige stad te maken.

Een goed lokaal klimaatbeleid bestaat uit twee componenten. Enerzijds de uitstoot van broeikasgassen verminderen, onder meer door energiebesparing (‘mitigatie’). Anderzijds ervoor zorgen dat je aangepast bent om de komende klimaatverandering zo goed mogelijk op te vangen (‘adaptatie’).

Een lokaal adaptatiebeleid is nodig. De volgende jaren zullen we de effecten van de klimaatverandering steeds duidelijker voelen, door meer extreme weersomstandigheden. We zullen dus meer intense hitteperiodes hebben, meer wateroverlast door plotse hevige buien (zoals het voorbije weekend) en tegelijk ook watertekorten na periodes van droogte. Op al die dingen moeten we ons voorbereiden.

David Dessers (gemeenteraadslid): “Groen Leuven werkt op dit moment aan een uitgebreide nota met voorstellen voor een ‘klimaatbestendige stad’, en dat kan via een uitgewerkte lokale adaptatiestrategie. Die dimensie ontbreekt nu in de voorstellen voor Leuven Klimaatneutraal 2030. In de beleidsnota van het stadsbestuur is het ambitieniveau voor een klimaatbeleid al veel te laag, en adaptatie ontbreekt dan nog helemaal. Nochtans zijn heel wat slimme maatregelen mogelijk die én passen in een goed adaptatiebeleid én zorgen voor meer levenskwaliteit in de stad. Maar dit stadsbestuur durft veel te weinig kiezen voor groen in de stad.”

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Een van de problemen die we moeten aanpakken zijn de zogenaamde stedelijke hitte-eilanden. Het verschil in temperatuur tussen stad en platteland kan tot 10 graden oplopen, onder meer door de grote versteende oppervlakte in de stad. Door het voorzien van onder andere meer groen- en waterzones kun je dat hitte-eiland milderen. Onlangs werd voor de stad Gent een studie voorgesteld waarin men het hitte-eilandeffect heeft onderzocht. Gemiddeld is het in Gent 3°C warmer dan daarbuiten, en op hete dagen kan dat verschil tot 8°C oplopen. Er is ook in kaart gebracht welke wijken het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, onder meer door de bevolkingssamenstelling (bv. aandeel aan ouderen in die wijk). Wij stellen voor dat er voor Leuven ook een dergelijke studie wordt gemaakt die het hitte-eilandeffect nauwkeurig in kaart brengt, en dat als basis voor een heuse lokale adaptatiestrategie. Binnen enkele weken zullen we daarvoor een uitgewerkt dossier voorstellen.”

Fatiha Dahmani en David Dessers gemeenteraadsleden

14 mei 2013

Leuvense honing dankzij een stadsimker

Bijen houden in de stad? Het klinkt raar voor sommigen, maar het is een heel goed idee. In de stad is er veel biodiversiteit. En er zijn heel veel plekken die prima geschikt zouden zijn voor het plaatsen van bijenkasten. Een stadsimker kan de spil worden van een lokaal bijenbeleid.

Het gaat niet zo goed met de bijen. Dat lees je bijna elke week in de krant. Gelukkig zijn er veel mensen die daar iets aan willen doen. Door te zorgen voor genoeg bloemen in hun (terras)tuin of door zelf bijen te gaan houden. En ook in de stad kan dat.

Magda Peeters: “Voor de bijen is er best veel te vinden in de stad. Alleen zijn er op dit moment nog niet zo veel plaatsen waar bijenkasten staan. Nochtans zijn er heel wat mogelijkheden, onder meer op daken van gebouwen. In heel wat steden zijn er al stadsimkers aan de slag, en zij zoeken systematisch goede plekjes op, onder meer op daken, om hun kasten te zetten. Zo is er bv. de Gentse organisatie Apicula. Stadsimkers zorgen voor een noodzakelijke schakel in een stadslandbouw, en een Leuvense stadsimker hoort dan ook helemaal thuis in de lokale voedselstrategie die de stad wil ontwikkelen.”

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Groen stelt voor dat de stad er mee voor zorgt dat er snel een stadsimker komt in Leuven. De stad heeft hierin vooral een ondersteunende rol, maar die is erg belangrijk. Zo zou kunnen bekeken worden op welke daken van overheidsgebouwen je bijen kunt houden. Ook partners van de stad, zoals bv. organisaties in de sociale economie, kunnen aangesproken worden om hun daken ter beschikking te stellen. Opleidingen voor het houden van bijen kunnen voorzien worden. En er kan nog meer, zoals blijkt uit de steun die Antwerpen gaf. De stad kan verder helpen bij de nodige vergunningen en kan ruim aandacht besteden aan de projecten van de stadsimker. Zo kunnen we nog meer burgers overtuigen van het belang van de bijen. Stedelijke en provinciale initiatieven kunnen gebundeld worden in een heuse bijencampagne, samen met organisaties als Natuurpunt of de Imkerbond. De provincie geeft nu al steun aan acties voor bijen, en in het Provinciaal Domein is er een bijenhuis.  Ook zou men initiatieven moeten ontplooien voor het beschermen en ondersteunen van solitaire bijen door het voorzien van nestelplaatsen en het behouden ervan.”

Magda Peeters en Fatiha Dahmani

(foto Apicula)

29 april 2013

“Dit bestuursakkoord is een ideeëncatalogus, niet de broodnodige wissel naar de toekomst.”

Tijdens de gemeenteraad van 29 april stelt het stadsbestuur (eindelijk!) het bestuursakkoord voor. Groen is teleurgesteld. Het bevat enkele goede voorstellen, maar het akkoord is eigenlijk niet meer dan een catalogus van ‘wat zou kunnen gedaan worden’. Een duidelijk beleidsplan met keuzes en doelstellingen is het niet, de opstap naar een klimaatneutraal Leuven al helemaal niet.

We hebben er lang op moeten wachten, maar eindelijk zal de gemeenteraad de bestuursnota 2013-2018 kunnen bespreken. Voor de meerderheid moet dat blijkbaar niet meer zijn dan een ‘kennisname’. Tijdens de installatievergadering beloofde de burgemeester nog een heus debat over de beleidsintenties van het stadsbestuur.

Groen heeft drie grote problemen met deze bestuursnota.

  • Dit is een catalogus, geen beleidsplan. Het document is grotendeels opgemaakt door de ambtenaren, in het kader van de nieuwe Beleids- en BeheersCyclus (BBC). In een aantal opzichten is dit goed. Het vermeldt heel wat interessante voorstellen, waaronder redelijk wat punten uit ons programma. Maar het is niet duidelijk wat dit bestuur wel of niet wil uitvoeren. Het is een catalogus van “wat we zouden kunnen doen”. Zelfs de schepenen leidden op die manier het document in de commissies in: “Dit zijn ideeën, we beslissen later op basis van de financiële marge wat we wel en niet zullen uitvoeren.” In een echt beleidsplan staan duidelijke doelstellingen en acties, telkens met een termijn erbij. Daarvan is hier niets te vinden.
  • Dit is een toonbeeld van beleidsmatig hokjesdenken. In de bestuursnota staan de verschillende beleidsdomeinen naast elkaar, maar van een echte integratie is er geen sprake. Er is ‘een’ financieel beleid, er is ‘een’ beleid voor wonen, er is ‘een’ mobiliteitsbeleid, … De bestuursnota heeft geen overkoepelende visie die de domeinen met elkaar verbindt. Nochtans is het zonneklaar wat dat overkoepelend kader zou moeten zijn: Leuven klimaatneutraal. Nu is het streven naar klimaatneutraliteit gewoon ‘een’ project naast alle andere, de speeltuin dus van één schepen, terwijl de anderen hun ding mogen doen. En dat is een strategische fout. Het financieel, en daarbinnen zeker het investeringsbeleid, moet uitdrukkelijk in het teken staan van Leuven klimaatneutraal. Een kader dus waardoor er geen keuzes meer gemaakt kunnen worden voor oplossingen uit het verleden (zoals rotatieparkings tot in het hart van de stad). Het is opvallend dat domeinen als economie, handel en horeca en toerisme helemaal niet zijn afgestemd op klimaatneutraliteit. En toen in de commissie een vraag werd gesteld naar het klimaatneutraal gehalte van het mobiliteitsbeleid, antwoordde de schepen dat dat de bevoegdheid van de schepen van milieu is. Dat is geen toekomstvisie.
  • Bij een aantal beleidsdomeinen maakt dit bestuur de verkeerde keuzes of is de nota volledig tegengesteld aan de ‘officiële’ communicatie door het schepencollege. Het mobiliteitsbeleid illustreert beide problemen. De keuze om de stad autoluw te maken ‘binnen de oude stadsomwalling’ is veel te weinig ambitieus. Meer zelfs, door een nieuwe parking te gaan bouwen aan de rand van die zone (en dat dan voor te stellen als een ‘randparking’) betonneert men letterlijk een verkeerde beleidskeuze. Waarom staat de doelstelling 33/33/33 (fiets/openbaar vervoer/ auto) die men wel goedkeurde in het recente energieactieplan niet in deze bestuursnota? Het in onmogelijk meer mensen via het openbaar te vervoeren als de capaciteit ervan vermindert. Over het fietsbeleid bevat de nota enkele voorzichtige goede aanzetten, maar die worden totaal ongeloofwaardig door de communicatie van de burgemeester en de schepenen.

Fatiha Dahmani (fractieleidster): “We hebben heel erg lang moeten wachten op dit document. Volgens de burgemeester gingen we zo ongeveer van onze stoel vallen door de kwaliteit van wat we voorgeschoteld zouden krijgen. Viel dat even tegen… We hebben nood aan een helder en vooral coherent beleidsplan, dat klimaatneutraliteit als overkoepelend kader heeft en dat alle beleidsdomeinen op elkaar afstemt. Een catalogus van dingen die eventueel zouden kunnen gedaan worden is leuk misschien, maar het is echt niet goed genoeg.”

Fatiha Dahmani, fractieleidster

18 maart 2013

Klimaatneutraal word je niet in bijberoep


Een grondige analyse van het wetenschappelijk rapport voor Leuven Klimaatneutraal 2030 bevestigt volgens Groen alleen maar hoe cruciaal het is dat het stadsbestuur voluit gaat voor een diepgaande omslag in het beleid. Groen stelt enkele structurele maatregelen voor op korte termijn. Het SEAP dat in maart op de gemeenteraad voorligt, stelt ons voorlopig nog niet gerust.

Na onze eerste reactie op de publicatie van het wetenschappelijk rapport voor Leuven Klimaatneutraal 2030 (LKN) hebben we, zoals aangekondigd, ondertussen een grondige analyse gemaakt (zie bijlage bij dit bericht).

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Onze eerste indruk is bevestigd. Leuven kan klimaatneutraal worden, maar dat zal niet vanzelf gaan. Oplossingen uit het verleden leiden niet tot de gewenste emissiereducties, en zorgen ervoor dat de (schaarse) middelen in verkeerde opties worden geïnvesteerd. Als het stadsbestuur een echt mobiliteitsbeleid wil en kiest voor een 33-33-33 verdeling tussen auto, openbaar vervoer en fiets, dan moet het ophouden met te verkondigen dat we nog rustig een centrumparking (want dat is de aangekondigde Bruulparking) kunnen bouwen voor bezoekers aan onze stad. Wat wil het stadsbestuur echt? Dat weten we nog altijd niet. Het bestuursakkoord is weer eens een maand uitgesteld, naar de gemeenteraad van april. En de meerjarenbegroting komt pas tegen eind 2013. We willen nu wel eens weten wat deze meerderheid echt van plan is. Is LKN een overkoepelend kader, wat het zou moeten zijn, of is het een project naast de andere? Klimaatneutraal lukt alleen maar als de stad er voluit voor gaat, en niet in bijberoep.”

Jan Mertens (voorzitter): “Het klimaatrapport verschuift de focus wat van 2030 naar 2050. Maar zelfs dan is het van het grootste belang om nu op korte termijn structurele keuzes te maken. Daarom willen we op korte termijn de volgende dingen: (1) Schep duidelijkheid over een organisatiestructuur die uitgaat van samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen de actoren en van participatie. (2) Creëer een mechanisme dat alle investeringen toetst op klimaatneutraliteit. We moeten nu absoluut vormen van ‘lock-in’ vermijden, het vastzetten dus van grote sommen geld in oplossingen uit het verleden. Deze toetsing zou voldoende onafhankelijk moeten kunnen gebeuren. (3) Start met de uitwerking van de hefbomen die we nodig zullen hebben, zoals een lokaal energiebedrijf. (4) Denk snel een innovatieve financieringstructuur uit. Het aangekondigde klimaatfonds – als dat er al komt – is een goed idee, maar zal niet volstaan. (5) Leg bindende doelstellingen vast voor 2020, 2030 en 2050 en zorg ervoor dat die gelden voor alle departementen. (6) Zorg voor een goede monitoring die onafhankelijkheid garandeert.”

David Dessers (gemeenteraadslid): “De gemeenteraad van 25 maart bespreekt het zogenaamde SEAP (= Sustainable Energy Action Plan) dat Leuven moet voorleggen in het kader van het Burgemeestersconvenant. Het is goed dat dit SEAP er eindelijk is, en we zullen het ook goedkeuren. Maar het plan stelt ons nog lang niet gerust. Het is goed dat tussentijdse doelstellingen voor 2020 worden vastgelegd, maar dat is niet genoeg om als een volwaardig SEAP te worden beschouwd. Daarvoor moet het ook concrete acties en hun financiële vertaling bevatten. In het SEAP dat voorligt, staat enkel een reeks ‘suggesties’. Pas als we zicht hebben op het gedetailleerd bestuursakkoord, op de meerjarenbegroting en op een beter uitgewerkt SEAP zullen we kunnen beoordelen of het stadsbestuur werkelijk van plan is om Leuven klimaatneutraal te maken.”

Fatiha Dahmani, David Dessers en Jan Mertens

Klimaatrapport geeft de voorzet, nu moet er eindelijk klimaatbeleid komen


Op woensdag 20 februari werd het klimaatrapport voor Leuven voorgesteld. Groen is erg blij met dit rapport. Het bewijst voor ons dat Leuven een klimaatneutrale stad kan worden. Kan. Als. Als er ondubbelzinnige politieke keuzes worden gemaakt. En op dat vlak blijven we nog serieus op onze honger zitten.

Tot nu toe is er altijd gezegd dat er een klimaatbeleidsplan zou worden voorgesteld, maar wat nu voorligt, is een klimaatrapport. Het schetst de maatregelen die kunnen ingezet worden om klimaatneutraal te worden tegen 2030. Dit rapport is een cruciaal element in het traject om klimaatneutraal te worden, maar of dat ook zal gebeuren, zal afhangen van politieke keuzes, en niet alleen van de beschrijving van de mogelijkheden.

Fatiha Dahmani: “Eindelijk. Eindelijk begint de discussie over klimaatneutraal Leuven concreter te worden. We zijn zeer blij dat dit klimaatrapport er is, en we willen onze grote erkentelijkheid uitdrukken aan de verschillende wetenschappers die hier hard aan gewerkt hebben, en aan de burgers die via de thematische cellen input hebben geleverd. We willen nu nog maar kort reageren, en de volgende dagen gaan we dan de tijd nemen om dit rapport grondig te lezen. Dit rapport verdient meer dan een vluchtige reactie. Binnen ruim een week komen we met een gedetailleerde analyse. Als Groen willen wij de volgende jaren meer dan ooit onze schouders zetten onder een doortastend klimaatbeleid. Leuven kan er alleen maar beter van worden.”

David Dessers: “Dit klimaatrapport is maar de eerste stap. Wat er met dit rapport zal gebeuren, dat is de wezenlijke vraag. Klimaatneutraal worden is in principe mogelijk, maar het zal zeker niet vanzelf gaan. Er moeten ondubbelzinnige keuzes gemaakt worden. Op basis van de intentieverklaring van het stadsbestuur hebben we nog altijd sterk de indruk dat dit niet meer dan ‘een’ project naast de andere is, en niet de overkoepelende beleidsdoelstelling. Maar als je het echt meent met klimaatneutraliteit, dan zul je er bijvoorbeeld voor moeten kiezen om de automobiliteit daadwerkelijk terug te dringen en kun je niet doorgaan met het bouwen van nieuwe grote parkings voor bezoekersverkeer. Al hopen we dat dit nog bijgestuurd zal worden in de volledige tekst van het bestuursakkoord. In elk geval, nu het rapport er is, hebben we een heus klimaatbeleid nodig. En een klimaatbeleid kan enkel slagen wanneer via een participatieve aanpak alle maatschappelijke groepen betrokken worden. De samenwerking met de wetenschappers van de KU Leuven zal ook in de toekomst van cruciaal belang zijn. Het stadsbestuur moet het voortouw nemen maar toch voldoende ruimte en initiatief laten aan de andere actoren.”


Fatiha Dahmani en David Dessers, gemeenteraadsleden

23 januari 2013

In mijn achtertuin,graag!

In mijn achtertuin, graag




Burgers houden regelmatig met succes de bouw van nieuwe windturbines tegen. De protesten zijn vaak fel en efficiënt. Binnen korte tijd worden actiegroepen uit de grond gestampt die kunnen rekenen op brede steun. Resultaat? Een smadelijke aftocht van energiebedrijven. Maar waar dan wel? De lijst met mislukte windenergieprojecten is lang en dreigt nog veel langer te worden.

Boze burgers communiceren dankzij internet makkelijk met elkaar en leren van elkaar. Iedere nieuwe protestgroep kan eenvoudig teren op de ervaring van voorgangers. Dat maakt burgers effectiever dan ooit en zorgt voor kopzorgen bij bestuurders die een groenere samenleving willen realiseren. Want als iedereen zijn achtertuin leeg weet te houden, dan gaat straks het licht toch echt uit. Dat energie duurzamer moet worden opgewekt, lijkt echter een breed gedragen wens onder de Nederlandse bevolking. Maar waar moet dat dan gebeuren? Iedereen wil – liefst groene – stroom uit het stopcontact, maar niemand wil een windmolen of biovergasser in zijn of haar omgeving. Dat blijkt wel uit alle lokale protesten. Not In My Back Yard of kortweg nimby heet het verschijnsel in de volksmond, en het levert inmiddels grote hinder op bij het vergroenen van de samenleving.

Een actueel voorbeeld van de nimbytendens is het protest tegen de winning van schaliegas in Boxtel en Haaren. Stichting Schaliegasvrij Nederland ging er op de barricaden. Met succes, er komen daar geen boringen naar schaliegas. Opmerkelijk wapenfeit: gaandeweg keerden beide gemeentebesturen zich tegen de gasboringen. Hoe kregen de actievoerders dat voor elkaar? Ko van Huissteden, voorzitter van de stichting en toevallig ook aardwetenschapper, weet wel waarom.

‘Mijn advies aan iedere burger die te maken krijgt met plannen voor de winning van schaliegas, is om zich goed te informeren. Als je precies weet wat de plannen zijn, kun je naar de gemeenteraad stappen en precies uitleggen waarom het een slecht idee is. Dáár, in de politiek, moet het vervolgens gaan leven.’ Lagere overheden die zich door burgers laten opstoken tegen landelijk energiebeleid, blijkt een effectieve protestmethode. Inmiddels liggen alle plannen voor boringen op de plank, in afwachting van onderzoek naar mogelijke risico’s.

Mensen in heel Europa hebben de afgelopen jaren effectieve methodes ontdekt om samen energievoorzieningen uit hun achtertuinen te weren. Zelfs als het om ogenschijnlijk zeer duurzame initiatieven gaat. Heeft de effectieve manier van protesteren het definitief onmogelijk gemaakt om de maatschappij te vergroenen?

‘Nee’, zegt Maria Pia Misiti, secretaris van de Associazione Pimby in Italië. ‘Het ligt er maar helemaal aan hoe je het aanpakt.’ Haar organisatie – de naam staat voor Please In My Back Yard – probeert planners, politici en bevolking tot een dialoog te bewegen om zo minder projecten te laten mislukken.

‘We hebben vele gevallen bestudeerd waarin mensen succesvol tegen infrastructuurprojecten protesteerden en we vonden steeds grote fouten in de communicatie door de overheid. Bij alle projecten die wél van de grond zijn gekomen, ontdekten we dat de lokale bevolking ervan profiteerde.’ Bedoelt ze dat je de steun van gemeenschappen kunt kopen? ‘Het is meer compenseren en samenwerken dan kopen. De overheid wil een nieuwe weg of een energiecentrale; maar wat hebben de lokale mensen nodig? Misschien willen ze een park, een lokale weg of een gemeenschapscentrum. Wanneer je iets verliest, bijvoorbeeld een prachtig uitzicht of stilte, dan is het redelijk om in ruil daarvoor iets te krijgen.’

Verzet van lokale gemeenschappen richt zich vaak niet op technologie als zodanig, maar meer op beleidsmakers en beslissingen die van bovenaf worden opgedrongen. Onderzoek naar maatschappelijke acceptatie van duurzame technologie versterkt dat beeld. Nimby is op zichzelf een leeg begrip, zeggen veel sociologen, een te simpele voorstelling van de complexe interactie tussen de overheid en burgers. Soms zijn hun protesten gebaseerd op werkelijke bezwaren, zoals bij schaliegas, soms zijn de protesten vooral gericht op de procedure rond energieprojecten.

Burgers willen juist de dialoog met de overheid aangaan. ‘Technologie is niet noodzakelijkerwijs het probleem, het kan ook onderdeel van de oplossing zijn’, zegt psychologe Gundula Hübner van de MartinLutherUniversität in HalleWittenberg (Duitsland). Zij bestudeerde de acceptatie van groene technologieën en milieuwetgeving door de bevolking. Hoewel ook duurzame dan wel klimaatneutrale technologie geregeld slachtoffer is van verzet, denkt ze dat duurzaamheid toch de sleutel is tot een geaccepteerde energieopwekking. Beter een windturbine dan een rokende schoorsteen, is haar conclusie.

‘Er is qua acceptatie een groot verschil tussen een kerncentrale, een kolencentrale of een windenergieproject. Mensen hebben een voorkeur voor groene technologieën’, zegt Hübner. Ze nam bovengrondse elektriciteitsdraden in Duitsland en GrootBrittannië onder de loep. Het gezondheidsrisico daarvan blijkt verschillend te worden beoordeeld door bewoners. ‘Mensen hebben minder problemen met elektriciteitsdraden als ze maar weten dat er groene stroom doorheen gaat. Vooral als mensen horen dat er stroom wordt getransporteerd die is opgewekt met kolencentrales, dan hebben ze bezwaar.’ Maar de protesten tegen windenergie dan? Bewijzen die niet dat ook duurzame energie het slachtoffer kan worden van volksverzet tegen alles dat nieuw is?

Hübner: ‘Er zijn ook voorbeelden van gemeenschappen die zich vrijwillig hebben aangemeld voor een windfarm. Het zijn niet de turbines waar mensen problemen mee hebben, ze willen vooral worden betrokken bij de beslissing waar die dingen worden neergezet. Negeer de bevolking en ze zal haar uiterste best doen om jouw plannen flink te dwarsbomen.’

Overheid en burgers in symbiose, het zou zomaar de oplossing kunnen zijn. Juist door de burger te betrekken, kom je uiteindelijk tot een veel betere beslissing. Volgens onderzoeker Jurgen Ganzevles van het Rathenau Instituut moet je niet onderschatten hoeveel ‘gewone’ mensen in korte tijd kunnen leren.

‘Burgers zijn niet zo dom als bestuurders soms denken. Uit onderzoek blijkt dat ze meestal tot dezelfde inzichten komen als experts, bijvoorbeeld als het gaat om de locatie van windmolens. Bij protesten tegen bepaalde projecten zie je dat burgers razendsnel op de hoogte zijn van voor en nadelen van bepaalde technieken. Een beetje sussen is dus niet genoeg; de overheid moet de mensen op hetzelfde niveau tegemoet treden. Spreek vooral over allerlei aspecten van een project. Hoe past het in het totaalplaatje voor energie?’ Een nóg effectiever medicijn tegen nimby is het uiteraard als burgers zelf met initiatieven komen voor groene energie.

Een mooi voorbeeld is het Schotse eilandje Gigha (spreek uit GieJa), waar de inwoners zelf drie tweedehands wind molens hebben neergezet. De energie van die molens leveren de eilanders terug aan het net en ze krijgen korting op de stroom die ze zelf afnemen. Wat de doorslag heeft gegeven, is de manier waarop de eilanders de molens beheren: samen.

Waar je ook windmolens wilt neerzetten, er zullen altijd mensen zijn die het niet mooi vinden. In een dorp in Noorwegen waren mensen ook bezig met allerlei groene energievormen. Daar had iedereen ruzie met iedereen, omdat windmolens en biovergassers daar allemaal in privaat eigendom waren. Iedereen had zijn eigen projectje en irriteerde daarmee zijn buurman die alleen de overlast had en niet de baten. De oplossing: doe het samen. Bouw niet vijf kleintjes, maar liever één grote molen.

Dit artikel is een samenvatting uit Flux, tijdschrift van het Rathenau Instituut

2013-01-22
Bron: iNSnet








16 januari 2013

Groen bedankt reinigingsdienst voor schoonmaken fietspaden

Vorige nacht kleurde de eerste sneeuw van het jaar alles mooi wit. Voor fietsers is het niet altijd een pretje om door de sneeuw te moeten. Groen ging een bedankje afgeven aan de reinigingsdienst voor hun grote inzet in het vrijmaken van fietspaden.

Sinds een aantal jaar wordt er bij sneeuwval in Leuven ook werk gemaakt van het ruimen van fietspaden, en dat is een positieve evolutie. Fietsers zijn immers extra kwetsbaar bij sneeuwweer

Raadslid Fatiha Dahmani wilde de medewerkers van de reinigingsdienst speciaal bedanken voor hun grote inzet, en ging vanmiddag bij hen langs om een fruitmand af te geven.

Fatiha Dahmani: “We waarderen heel erg dat er vanmorgen al zo hard gewerkt is om fietspaden vrij te maken. Deze mensen verdienen echt wel een extra bedankje. We hopen ondertussen dat ook de Vlaamse overheid het nodige zal doen om te zorgen voor veilige fietsroutes op de gewestwegen.”

18 december 2012

Verkeersafwikkeling Aarschotsesteenweg/Begaultlaan/Wijgmaalsesteenweg moet veel beter

De verkeersafwikkeling in de zone waar Aarschotsesteenweg, Begaultlaan en Wijgmaalsesteenweg samenkomen is nu – zeker voor fietsers – erg verwarrend en gevaarlijk. Groen stelt enkele aanpassingen voor.

Gemeenteraadslid Fatiha Dahmani stelde over deze verkeerssituatie in de gemeenteraad enkele vragen. Er zijn verschillende knelpunten:

- Wanneer de auto’s die komen uit Leuven groen licht hebben en door mogen rijden, hebben ook de fietsers ook groen licht om het kruispunt over te steken. De zichtbaarheid is echter niet goed. Als oplossing kan men hier een groene stroom voorzien: groen licht eerst alleen voor de fietsers en voetgangers.

- Het is onduidelijk waarom fietsers voorrang moeten verlenen aan lokaal gemotoriseerd verkeer dat komt uit doodlopende straten en werfverkeer (bv. verkeer van Ecowerf en de los- en laadkade) terwijl de auto’s dit niet hoeven te doen. Hier zouden fietsers net als de auto’s voorrang moeten krijgen op het andere verkeer.

- Ter hoogte van de lichten op het fietspad komende vanuit Wijgmaal of de Aarschotsesteenweg richting Leuven is er niet genoeg ruimte om stil te staan om over te steken, zonder en obstakel te vormen voor de fietsers die rechtdoor moeten fietsen. Hier kan een wachteilandje een oplossing bieden

- Het tweerichtingsfietspad op de Aarschotsesteenweg onder de Duitse brug is een gevaarlijk punt voor de fietsers. Het is te smal om comfortabel te kruisen, de paaltjes maken de situatie niet veiliger. Hier is een meer structurele oplossing nodig.

- Er zijn nergens zebrapaden te bespeuren ter hoogte van het kruispunt. Het gaat hier om een buitengebied, geen zone 30, dus is het aanbrengen van zebrapaden aangewezen.

Fatiha Dahmani: “Het gaat hier over verschillende knelpunten in hetzelfde gebied. Wij vragen dat het stadsbestuur aandringt bij het Agentschap Wegen en Verkeer dat die allemaal tegelijk en snel worden aangepakt, zodat er een veiliger situatie ontstaat, zeker voor fietsers en voetgangers.”

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid