26 juli 2012

Het is tijd voor Groen


Laten we kiezen voor inhoud, en niet voor vermoeiende polarisering…

Vandaag stelt Groen Leuven haar verkiezingsprogramma voor voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober.

In de aanloop naar de eigenlijke campagne beginnen de verschillende partijen zich te positioneren. Volgens Groen heeft Leuven vooral nood aan een inhoudelijke campagne, en niet aan een opgeklopte polarisering die niet over inhoud maar over personen gaat. Blijkbaar denken niet alle partijen daar hetzelfde over…

Misschien vinden sommigen het nuttig om de inzet van de verkiezingen te herleiden tot ‘voor of tegen de burgemeester’ of ‘voor of tegen de NVA’. Wat ons betreft, is dat alleszins niet de inzet van de verkiezingen. Het gaat over de richting die we met deze stad uit willen gaan. De volgende jaren gaan we waarschijnlijk naar grote maatschappelijke veranderingen: snelle klimaatverandering, uitputting grondstoffen, toename kloof tussen rijk en arm overal ter wereld, onzekere financiële en economische perspectieven. De veilige schema’s van zwart en wit zijn misschien handig om politieke tijd te winnen, maar de burgers van deze stad verdienen beter. Groen wil die uitdaging wel opnemen, en stelt een sterk inhoudelijk verhaal voor, met toekomstgerichte ideeën.

In het programma van Groen zijn enerzijds heel wat concrete voorstellen of pistes opgenomen, geordend volgens de drie inhoudelijke prioriteiten van onze campagne: (1) klimaatneutrale ecostad van de toekomst, (2) een stad op mensenmaat, waar er plaats is voor iedereen, (3) een stad waar burgers weer ruimte krijgen. Anderzijds hebben we tien visionaire pilootprojecten uitgewerkt. Die staan telkens symbool voor de richting die we met deze stad uit willen gaan. Ze zijn vernieuwend, maar haalbaar, en realiseerbaar in de volgende legislatuur.

Een samenvatting van ons programma in tien punten:

•    Om Leuven klimaatneutraal te maken tegen 2030 moet Groen mee aan het stuur. We zijn blij dat Leuven de ambitie om klimaatneutraal te worden heeft vastgelegd. Om die ook te halen, zal er echter een heel ander beleid nodig zijn dan wat we de voorbije jaren zagen. Met Groen mee in het bestuur kunnen we dit halen, onder meer door de oprichting van een lokaal energiebedrijf en een ambitieus klimaatplan met scherpe doelstellingen.

•    Duurzame mobiliteit betekent keuzes maken. Het is duidelijk gebleken uit de nulmeting voor Leuven klimaatneutraal: 25% van de CO2-uitstoot komt van de mobiliteit. Niet alleen omwille van doorstroming, maar ook omwille van ecologische aspecten zullen we keuzes moeten maken. Het aantal individuele autoverplaatsingen zal achteruit moeten. Dat kan door een sterk openbaar vervoer, met op termijn een tram in Leuven en door (eindelijk) een keuze om van Leuven een echte fietsstad te maken. Dit betekent onder meer: veel ruimere toepassing van autodelen, meer plaats voor de fiets bij nieuwe bouwprojecten, een fietsambtenaar of fietsdienst, meer fietsenstallingen (bovengronds), geen parking onder De Bruul, meer auto-arme zones in alle deelgemeenten.

•    Versterk de groene veerkracht van de stad. Vergeleken met andere steden is er in Leuven nog een relatieve hoeveelheid groen aanwezig. Maar dat is niet genoeg. Het resterende publieke groen staat onder druk door bouwprojecten. Waardevolle groene plekken worden vervangen door ‘functioneel’ groen dat vooral ‘clean’ moet zijn. Voldoende groen zorgt voor een betere fysieke en mentale gezondheid. Maar het maakt de stad ook veerkrachtiger met het oog op de klimaatverandering. Groen wil daarom een offensief beleid van vergroening, met onder meer gevel-, dak- en tegeltuinen.

•    Geef de groene economie een kans. Als we de economie van de toekomst een kans willen geven, moeten we voorbij de ‘oude’ agenda van meer bedrijventerreinen en minder belastingen durven denken. Of onze bedrijven in staat zijn in te spelen op een veranderend klimaat en op de schaarste aan grondstoffen, dat zal minstens zo belangrijk zijn voor duurzame werkgelegenheid. Groen wil dat Leuven zich uitdrukkelijk richt op de groene economie. We zijn onder meer voorstander van een beleid van herinrichting van bedrijventerreinen (compact ruimtegebruik, samengebruik energie en grondstoffen, …). Een stevig uitgebouwde lokale voedselstrategie is ook een onderdeel van deze keuze.

•    Naar een offensief en duurzaam woonbeleid. Bij het begin van de huidige legislatuur werden ambities uitgesproken over het aantal te realiseren betaalbare woningen. Het is duidelijk dat die doelstellingen niet werden gehaald. De situatie op de woningmarkt in het relatief rijke Leuven voor mensen met een gemiddeld tot laag inkomen is erg problematisch. Groen wil een heroriëntering en aanscherping van het lokaal woonbeleid: ondubbelzinnig inzetten op duurzaam bouwen, een actieve rol voor het AGSL, nieuwe concepten als Community Land Trust en pilootprojecten rond samenhuizen, blijvende investering in sociale woningen.

•    De armoede bestrijden, niet de armen. Sommige partijen doen blijkbaar niets liever dan permanent een beeld te creëren van een sociaal stelsel dat boven zijn stand leeft en grote horden ‘profiteurs’ die zich niet zouden willen inzetten. De werkelijkheid is heel anders: voor steeds meer mensen wordt het almaar moeilijker om nog mee te kunnen in onze snelle en steeds hardere consumptiemaatschappij. Ook in deze stad neemt de armoede toe. Groen wil een sociaal beleid dat zich vooral richt op het bestrijden van de armoede, niet van de armen. De dienstverlening van het OCMW moet dus minstens op peil blijven, en zo mogelijk verder versterkt. Groen blijft onder meer voorstander van een LOI (= lokaal opvang initiatief voor vluchtelingen) en vraagt ook een sterkere verankering van sociale clausules bij aanbestedingen.

•    Plaats voor kinderen en jongeren. Een stad die op maat is van kinderen en jongeren is een stad die goed is voor iedereen. Zorg dus voor genoeg ‘vrije’ ruimte, om te spelen, rond te hangen en te fantaseren. Gebruik kinderen en jongeren als partner in een participatiemodel voor voorzieningen. En repressief optreden tegen rondhangende jongeren via een GAS is voor Groen geen goed idee.

•    Plaats voor ouderen. Hoe langer ouderen actief en zelfstandig kunnen leven en wonen hoe beter dat is voor hen, en voor de gemeenschap als geheel. Groen wil een aantal nieuwe accenten leggen. Zo zijn we voorstander van het ondersteunen van nieuwe woonvormen als samenhuizen voor ouderen (bv. via het Abbeyfieldmodel). We zijn ook voorstander van het uitwerken van veilige en comfortabele staproutes doorheen de hele stad, met bankjes op regelmatige afstand (en dus niet enkel in de winkelstraten).

•    Een participatiecharter voor een andere beleidscultuur. “We zijn toch verkozen, dus wat is dan het probleem?” Dat is de essentie van de beleidscultuur van de huidige meerderheid. Dit stadsbestuur is goed in het in glimmende brochures uitleggen wat bestuurders in de plaats van burgers beslist hebben. Het concept ‘participatie’, het actief mee laten denken door burgers, wordt meewarig bekeken of als ‘vervelend’ beschouwd. Groen wil een radicale breuk in deze beleidcultuur, en vraagt dat systematisch wordt gekozen voor een participatieve aanpak, onder meer bij grote bouwprojecten. Die nieuwe cultuur zou bij het begin van de nieuwe legislatuur moeten vastgelegd worden in een participatiecharter.

•    Met een open blik naar de wereld kijken, en niet terugplooien op een eiland. Sommige partijen lijken van het stimuleren van zelfgenoegzaamheid en populisme steeds meer hun handelsmerk te maken. Debatten over het samenleven van de verschillende gemeenschappen in dit land, verschillende culturele groepen in deze stad, of migratie en asiel worden steeds harder en meer onverdraagzaam. Groen wil hier radicaal tegenin gaan. We willen dat Leuven actief blijft kiezen voor solidair samenleven. Groen is verder voorstander van een sterk cultuurbeleid, dat ook durft kiezen voor experiment en verrassing, en niet alleen voor commercie of stoffigheid. We willen alleszins mee zoeken naar de best mogelijke oplossing voor een nieuwe podiumkunstenzaal, zoals gevraagd door de culturele sector in deze stad.

Meer dan ooit een nuttige stem: het positieve alternatief

Het is tijd voor Groen. Die slogan vat de strategische positie van onze partij bij deze verkiezingen samen.

•    Het is helemaal niet zo dat er maar twee keuzes zouden zijn op 14 oktober. Er is een sterk en vooral ook positief alternatief, en dat is Groen. Er zijn veel goede dingen gebeurd in Leuven de voorbije jaren, maar er zijn ook enorm veel kansen gemist om Leuven op een meer duurzaam en toekomstgericht spoor te zetten. Wie echt beweging wil krijgen in de Leuvense politiek, wie niet wil toegeven aan polarisering en onverdraagzaamheid, wie terug wil naar inhoudelijk debat in plaats een focus op enkele figuren, die heeft in Groen haar of zijn beste bondgenoot.

•    Groen wil deze stad mee gaan besturen. En we herhalen wat we daarover al een hele tijd zeggen. Groen kiest niet voor antipolitiek tegen de burgemeester, of tegen de meerderheidspartijen. Groen wil wel een serieuze bijsturing van het beleid. Wie naar de cijfers van de voorbije parlementsverkiezingen kijkt, moet vaststellen dat het verder zetten van de huidige coalitie helemaal geen zekerheid is. Wij hopen dat alle partijen dat goed beseffen. Na de verkiezingen zullen er waarschijnlijk verschillende opties mogelijk zijn. De beste garantie voor een bestuursploeg die kiest voor duurzaamheid, sociale samenhang en een andere bestuurscultuur is Groen. Er is dus wel degelijk een keuze mogelijk, voor een positief alternatief, en dat is Groen.


Fatiha Dahmani en Jan Mertens, donderdag 26 juli 2012

23 juli 2012

Groen vraagt invoering van een sociale clausule bij aanbestedingen


Onlangs werd het beheer van de nieuwe fietsenparking onder het De Somerplein toegewezen aan het bedrijf Apcoa. Velo greep – tegen de verwachtingen in – naast de opdracht. Een dergelijke situatie kan in de toekomst vermeden worden door de verankering van een sociale clausule in de Leuvense beleidspraktijk.

Bij de toekenning van het contract aan Apcoa verklaarde het schepencollege dat men, gezien het prijsverschil in de offertes, niet anders kon dan het contract toekennen aan het bedrijf. Zoals de aanbesteding nu was opgesteld, werd er vooral gekeken naar de prijs, en minder naar andere criteria. Er is wel bepaald dat de uitvoerder kansengroepen moet inschakelen.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Wij betreuren dat deze opdracht niet werd toegekend aan Velo, een bedrijf in de sociale economie dat zonder twijfel veel meer ervaring heeft in het werken met kansengroepen dan Apcoa. Hiermee geven we als stad een slecht signaal naar de sociale economiebedrijven op ons grondgebied. We hebben nog vragen bij de argumentatie van de toekenning, maar het zou kunnen dat met de aanbesteding zoals ze nu was opgesteld Apcoa de beste kandidaat leek. Of dat ook zal blijken in de praktijk, moeten we nog afwachten. We hopen dat er na een jaar een zeer grondige evaluatie zal gebeuren van de manier waarop het bedrijf kansengroepen heeft ingeschakeld. Het stadsbestuur zou nu vooral moeten leren uit deze ervaring en voorkomen dat een dergelijke situatie zich herhaalt in de toekomst. En dat kan door een sociale clausule te verankeren in de beleidspraktijk van de stad.”

Via een sociale clausule kan de overheid in een aanbesteding sociale accenten leggen, bij de uitvoering, de gunning of ook de opdracht. Dergelijke clausules zijn juridisch mogelijk en worden zelfs aangemoedigd in federale en Vlaamse actieplannen (zie achtergronddossier Minderhedenforum).

Louis Debruyne (OCMW-raadslid): “Wat stellen we concreet voor? We zouden willen dat stad en OCMW in hun beleidspraktijk zoveel mogelijk een sociale clausule verankeren. Het eenvoudigst kan dit bij de uitvoering van een opdracht. Dit houdt in dat het gemeentebestuur een bepaald engagement vraagt in tewerkstelling, stage of begeleiding van maatschappelijk kwetsbare groepen tijdens de uitvoering van de opdracht. Een dergelijk systeem bestaat al in Gent. Maar we zouden nog een stap verder willen gaan. Voor de gunning van het contract voor de fietsenparking had de stad uitdrukkelijk kunnen inschrijven dat de opdracht zou gaan naar beschutte of sociale werkplaatsen en sociale inschakelingseconomie. Dat dat voor zo’n opdracht mogelijk is, wordt bewezen door het contract van de NMBS-holding voor de uitbating van het Fietspunt.”

Groen vraagt dat stad en OCMW onderzoeken hoe ze verschillende vormen van sociale clausules structureel kunnen verankeren in hun beleidspraktijk. Vooral voor de gunning van grotere opdrachten zou een sociale clausule erg nuttig kunnen zijn en zo een positief effect hebben op de kansen van maatschappelijk kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De clausule zou minstens betrekking moeten hebben op de uitvoering, maar wanneer mogelijk ook moeten gelden bij de omschrijving van de opdracht.

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid en Louis Debruyne, OCMW-raadslid