18 december 2012

Verkeersafwikkeling Aarschotsesteenweg/Begaultlaan/Wijgmaalsesteenweg moet veel beter

De verkeersafwikkeling in de zone waar Aarschotsesteenweg, Begaultlaan en Wijgmaalsesteenweg samenkomen is nu – zeker voor fietsers – erg verwarrend en gevaarlijk. Groen stelt enkele aanpassingen voor.

Gemeenteraadslid Fatiha Dahmani stelde over deze verkeerssituatie in de gemeenteraad enkele vragen. Er zijn verschillende knelpunten:

- Wanneer de auto’s die komen uit Leuven groen licht hebben en door mogen rijden, hebben ook de fietsers ook groen licht om het kruispunt over te steken. De zichtbaarheid is echter niet goed. Als oplossing kan men hier een groene stroom voorzien: groen licht eerst alleen voor de fietsers en voetgangers.

- Het is onduidelijk waarom fietsers voorrang moeten verlenen aan lokaal gemotoriseerd verkeer dat komt uit doodlopende straten en werfverkeer (bv. verkeer van Ecowerf en de los- en laadkade) terwijl de auto’s dit niet hoeven te doen. Hier zouden fietsers net als de auto’s voorrang moeten krijgen op het andere verkeer.

- Ter hoogte van de lichten op het fietspad komende vanuit Wijgmaal of de Aarschotsesteenweg richting Leuven is er niet genoeg ruimte om stil te staan om over te steken, zonder en obstakel te vormen voor de fietsers die rechtdoor moeten fietsen. Hier kan een wachteilandje een oplossing bieden

- Het tweerichtingsfietspad op de Aarschotsesteenweg onder de Duitse brug is een gevaarlijk punt voor de fietsers. Het is te smal om comfortabel te kruisen, de paaltjes maken de situatie niet veiliger. Hier is een meer structurele oplossing nodig.

- Er zijn nergens zebrapaden te bespeuren ter hoogte van het kruispunt. Het gaat hier om een buitengebied, geen zone 30, dus is het aanbrengen van zebrapaden aangewezen.

Fatiha Dahmani: “Het gaat hier over verschillende knelpunten in hetzelfde gebied. Wij vragen dat het stadsbestuur aandringt bij het Agentschap Wegen en Verkeer dat die allemaal tegelijk en snel worden aangepakt, zodat er een veiliger situatie ontstaat, zeker voor fietsers en voetgangers.”

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid

12 december 2012

Een zadenbib voor meer lokaal voedsel

Groen wil dat Leuven, net als Londerzeel, van start gaat met een zadenbib. Een simpel idee dat een sleutelrol kan spelen in een lokaal voedselplan. En tegelijk een voorbeeld van een nieuwe ecologische cultuur van ‘gebruiken in plaats van bezitten’.

Het idee bestaat al langer in de Verenigde Staten en nu pikt ook de gemeente Londerzeel het op, een ‘zadenbib’.

Fatiha Dahmani: “Het concept is heel simpel. In de bib leen je enkele zaden. Je krijgt zo nodig extra uitleg om te leren hoe je zelf terug zaden kunt oogsten, en die breng je dan aan het einde van het seizoen weer terug. Het systeem is gebaseerd op vertrouwen, en uit bestaande voorbeelden blijkt dat het ook goed werkt. In Londerzeel wordt er voor het project samengewerkt met Velt. Zo biedt het ook mogelijkheden om de biodiversiteit te versterken en oude of bijzondere soorten weer een plek te geven in onze tuinen. Wij stellen voor dat Leuven ook met een project start om te komen tot een zadenbib, mee op basis van de ervaringen in Londerzeel.”

Dit idee past voor ons erg goed in onze visie van een lokaal voedselplan, zoals we dat in ons verkiezingsprogramma voorstelden. Die steunt erop dat we burgers actief willen betrekken bij een ruime strategie om terug meer lokaal voedsel te produceren. Het idee van een zadenbib past ook in een model van wat we de ‘commons’ noemen. Genetisch materiaal, zoals zaden, mag geen eigendom zijn van privébedrijven maar moet bezit zijn van de gemeenschap, met aangepaste gebruiksrechten.

Uit de buitenlandse voorbeelden blijkt dat de zadenbib de start was van grotere burgerprojecten om de zadenrijkdom te beschermen. Het is ook een voorbeeld van de groeiende ecologische cultuur van ‘gebruiken in plaats van bezitten’, die zich onder meer uit in samengebruik van voertuigen en materialen.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid)

Links:

12 oktober 2012

Brief aan de Leuvenaars

Beste medeburgers van deze mooie stad

De kiescampagne is bijna voorbij. Voor u en voor ons zal ze zeker lang genoeg geduurd hebben. Zondag gaan we stemmen, en dan zal duidelijk worden hoe de kaarten liggen voor de volgende zes jaar.

Tijdens een kiescampagne leer je als politicus of politica telkens weer veel. Je krijgt de kans om met heel veel burgers te spreken en je ideeën uit te leggen. Je krijgt de kans om met de collega’s van de andere partijen in debat te gaan, en zo duidelijk te maken waar de punten van overeenkomst zitten en waar de punten van verschil. Misschien vinden sommige mensen zo’n verkiezingsperiode  vervelend, eigenlijk is en blijft het nog altijd een feest van de democratie. En op die democratie mogen we heel trots zijn.

Ik wil graag met u enkele dingen delen die ik heb geleerd tijdens deze campagne. Wat is me opgevallen? Ik heb de voorbije weken enorm veel mensen leren kennen die graag mee hun schouders onder deze stad willen zetten. Ze hebben goede ideeën, ze zijn positief ingesteld en ze willen mee zoeken naar nieuwe antwoorden op de grote uitdagingen waar we met deze stad voorstaan. Ze hebben echter al te vaak ook het gevoel dat ze de kans niet krijgen om mee te denken, en dat is bijzonder jammer. In een eigentijdse stadsdemocratie mag je de democratie niet enkel overlaten aan de politici. Politieke partijen, verkozenen, we hebben ze heel erg nodig. Zij moeten visies presenteren, de grote lijnen uittekenen en de afweging maken van verschillende belangen. Maar daarbij, en bij de uitvoering van ideeën, moeten ze meer dan ooit samenwerken met burgers. Burgers die partners zijn in beleid. In de vele debatten van de voorbije weken kregen we al te vaak alle redenen te horen waarom meer participatie geen goed idee zou zijn, waarom het gevaarlijk of onhaalbaar zou zijn. Ik moet u zeggen: die tegenwerpingen hebben me niet overtuigd, integendeel. Wij beseffen heel goed dat beleid voeren niet altijd gemakkelijk is, maar dat kun je toch beter met dan tegen je burgers proberen te doen. En de vele gesprekken die ik heb mogen voeren met gewone burgers hebben me nog meer gesterkt in die overtuiging.

Wij ecologisten zijn er nog altijd van overtuigd dat een kiescampagne moet gaan over inhoud. Louter persoonlijke aanvallen van de ene tegen de andere politicus of een stijl van debatteren die cynisch of bitter is, dat brengt niets op, integendeel. Misschien houden sommigen van het spektakel dat zo ontstaat, maar ik kan u verzekeren dat mijn aanvoelen  is dat dit ons niet vooruit helpt. Zelf hebben we ongetwijfeld ook foutjes gemaakt, maar we hebben altijd geprobeerd om onze ideeën voor een klimaatneutrale stad, voor een ander woonbeleid, voor een beter armoedebeleid en voor meer participatie op een open manier te verdedigen, zonder op de man of vrouw te spelen. Dat partijen met elkaar discussiëren over verschillende visies op de stad, op een zo nodig kritische maar steeds respectvolle manier, dat is wel een goede zaak. Van veel burgers heb ik gehoord dat ze voorstander zijn van een constructieve opstelling van partijen tegenover elkaar en niet van een antihouding.

Bij alle democratische partijen hier in Leuven heb ik mensen ontmoet die met veel overtuiging en inzet van veel energie het beste willen maken van deze stad. Met Groen staan we klaar om samen te werken met andere partijen. Als het kan vanuit de meerderheid, en anders vanuit de oppositie. Onze basishouding zal niet anders zijn. We hopen vooral dat we daarbij de kans krijgen om de fundamentele debatten te voeren. Voor de volgende tientallen jaren staan er grondige maatschappelijke veranderingen voor de deur. Uit angst terugvallen op de oplossingen uit het verleden zou het verkeerde antwoord zijn. Hoe gaan we bv. een mobiliteitsysteem organiseren dat klimaatneutraal is en dat de leefbaarheid van de stad versterkt in plaats van bemoeilijkt? Ik denk dat het altijd de kracht is geweest van de groene partijen dat ze werken met een langetermijnperspectief, dat ze verder willen kijken dan de volgende verkiezing. Van vele burgers heb ik gehoord dat ze dat waarderen, en dat ze ook snakken naar een politiek die veel minder een dagjespolitiek is maar meer vertrekt vanuit een visie op de toekomst. Dat Leuven klimaatneutraal wil worden tegen 2030 biedt alle kansen om zo’n visie op een houdbare ontwikkeling uit te werken. Ik hoop heel erg dat zo’n blikverruiming van de Leuvense politiek eindelijk mogelijk zal worden.

Als ecologisten krijgen we vaak te horen dat de dingen die we voorstellen ‘niet gemakkelijk’ zijn. Op een andere manier gaan bouwen, je op een andere manier gaan verplaatsen, anders met grondstoffen en producten omgaan, dat komt vaak neer op een mentaliteitsverandering. En het zou best kunnen dat dat niet altijd gemakkelijk is, dat weten wij ook. Maar we hebben zoveel te winnen. Doen alsof de klimaatverandering of de grondstoffenschaarste niet bestaan, dat is misschien wel ‘gemakkelijk’. Het betekent echter dat we een enorme kost doorschuiven naar onze kinderen en kleinkinderen, en zij zullen de rekening dan dubbel en dik betalen. De uitdagingen voor ons uitschuiven betekent ook dat we enorm veel kansen missen om nu al te beginnen met die economie die binnen enkele jaren het meest succesvol zal zijn, met die slimme oplossingen die in de nabije toekomst overal standaard zullen zijn. We zullen onze manier van leven moeten veranderen, en het zou goed zijn als alle politici mee hun verantwoordelijkheid opnemen om de bevolking hierop voor te bereiden. Gewoon zeggen dat we moeten ‘doorgaan’ is dus niet het antwoord. Maar als we vandaag al beginnen met die verandering, dan zorgen we ervoor dat we sneller terug zuivere lucht hebben en een leefbare omgeving, waarin onze kinderen zich veilig voelen. We hebben dus eigenlijk vooral veel te winnen. En wie kan daar tegen zijn? Maar de enige manier om die grote veranderingen, die sowieso toch op ons afkomen, op een goede manier door te voeren, is samen met burgers. Pleidooien voor meer participatie zijn dus vooral ook pleidooien voor meer bestuurskracht in de complexe wereld van morgen.

Laten we van zondag 14 oktober een feest maken. Ik hoop dat die groepen die voluit willen gaan voor een positief Leuven zondag de overwinnaars worden. En vanaf maandag 15 oktober kunnen we dan aan de slag om van Leuven de duurzame stad van de toekomst te maken.

Fatiha Dahmani , lijsttrekster

Groen sluit voorakkoord met de kiezer voor een positief Leuven

Groen lanceert vandaag een inhoudelijk voorstel dat de basis zou kunnen vormen voor een nieuw beleidsakkoord voor Leuven. De partij schuift vijf pijlers naar voor waarrond een consensus zou kunnen groeien met de burger en alle partijen die willen kiezen voor een positief Leuven.

Fatiha Dahmani (lijsttrekster): “Met Groen hebben we gekozen voor een inhoudelijke campagne. In tegenstelling tot sommige anderen wilden we niet de nadruk leggen op het gekissebis tussen de lijsttrekkers, maar hebben we geprobeerd nieuwe ideeën voor de toekomst van deze stad naar voor te schuiven. De inzet van deze campagne is voor ons dus niet ‘wie-doet-het-met-wie’, maar wel 'waar gaan we naartoe met deze stad?' We zijn ervan overtuigd dat ook de kiezers recht hebben op inhoudelijke duidelijkheid. Daarom zijn we in de programma’s van de andere partijen op zoek gegaan naar gelijkgestemde ideeën.”

Jan Mertens (voorzitter): “Vandaag lanceren we een oproep naar de andere partijen om dit voorstel te ondersteunen. Het telt vijf pijlers waarover volgens ons een consensus zou moeten kunnen groeien, om zo te komen tot een positief Leuven. De vijf pijlers zijn: (1) klimaatneutraal Leuven, (2) betaalbaar wonen, (3) de armoede aanpakken, niet de armen, (4) een stad die mensen verbindt, (5) burgers als partners in beleid. Wij zijn klaar om op basis van die vijf elementen tot een inhoudelijk sterk akkoord te komen met die partijen die ook willen kiezen voor een positief Leuven. Dit is ons ‘voorakkoord’ met de kiezer.”

Fatiha Dahmani (lijsttrekster) en Jan Mertens (voorzitter)

10 oktober 2012

Mobiliteit, het kan anders

Als we kijken naar de programma’s van de andere partijen, dan zien we dat zij beseffen dat de groene analyses over de niet-duurzaamheid van het huidige mobiliteitsmodel kloppen. Ze weten dat de richting die we uit zouden moeten gaan ligt in de visie die de Groenen al jaren verdedigen.

Maar ze willen zo graag doorgaan met een en/en-beleid, en dat is volgens ons geen goede optie. Je kunt niet tegelijk zeggen dat je wel meer fietsers wilt, als je ook zegt dat je minder bussen wilt en dat je ook nog eens bezoekers van buiten de stad met auto’s wilt aantrekken via de bouw van nieuwe parkings.

Doorgaan op de bekende weg zorgt niet alleen voor een file op de weg, het zorgt ook voor een file in het hoofd, en het blokkeert zo de uitweg naar de toekomst. En die zal klimaatneutraal zijn of niet zijn.

Het is merkwaardig dat het debat over de fiets voor velen nog steeds een ideologisch debat is, terwijl het eigenlijk vooral om efficiëntie gaat. In het hoofd van velen, onder meer in het Leuvense stadsbestuur, heb je aan de ene kant vervoermiddelen, en aan de andere kant fietsen. Nochtans is de fiets het meest snelle en efficiënte vervoermiddel in het stedelijk gebied. Maar je kunt niet zeggen dat mensen moeten fietsen als je er niet voor durft kiezen. De voorbije weken hoorden we in de Leuvense debatten al twee schepenen zeggen dat ze hun eigen kinderen nauwelijks met de fiets de stad in durven laten gaan. Misschien is dat geen toeval, gezien de regelmatig herhaalde uitspraak van onze burgemeester dat ‘wat voor een automobilist geldt, dan ook maar voor een fietser moet gelden’. Alleen als je echt kiest VOOR de fiets, en niet enkel hoopt dat er meer fietsers zullen komen, kun je mensen overtuigen om zeker voor de korte verplaatsingen de auto te laten staan.

Het debat over het openbaar vervoer wordt vaak al even populistisch gevoerd. Het is een sport geworden, onder meer bij de andere Leuvense partijen om De Lijn te beschuldigen van de eigen besluiteloosheid. Pleiten voor minder ‘hinderlijke’ bussen gaat er bij velen in als koek, maar je moet dan ook de vraag beantwoorden hoe je dan wel een sterk openbaar vervoer zult organiseren in een stad die klimaatneutraal wil worden. Groen zegt al jaren: stap uit de busfile die zich blijkbaar in het hoofd van sommigen bevindt, en zet de stap vooruit, naar de tram.

En in de klimaatneutrale stad van de toekomst zullen er nog auto’s zijn, en daar is op zich niets mis mee. We zullen echter wel ons mobiliteitsysteem volgens een heel ander concept organiseren. Als je een auto nodig hebt, moet je die kunnen gebruiken, maar daarom hoef je nog niet zelf die auto te bezitten. Een model van doorgedreven carsharing geeft geweldige perspectieven. In zo’n model kun je veel beter elektrische voertuigen integreren. Je hebt veel minder plaats nodig om te parkeren. En mensen zullen meer gestimuleerd worden om de auto selectiever te gebruiken, niet voor al die korte verplaatsingen die je even goed met de fiets of te voet kunt doen.

De klimaatneutrale stad is ten slotte ook een wandelbare stad. Laten we onze stad bv. zo inrichten dat oudere mensen of mensen die nog moeilijk kunnen stappen op regelmatige afstand een bankje vinden. Bankjes horen niet alleen thuis in de winkelstraat, maar ook op alle gewone looproutes. Laten we onze stad zo maken dat ze overal op maat is van kinderen, want daar worden we allemaal beter van.

Je hoort wel eens dat Groen tegen het verkeer is. Wat een onzin. Groen is voor het verkeer: fietsverkeer, wandelverkeer, tramverkeer, … We zijn vooral voor het verkeer tussen mensen. We zijn voor steden en dorpen waarin mensen weer met elkaar kunnen verkeren, waar ze gezonde lucht kunnen inademen, en waar ze niet de hele tijd bang moeten zijn dat hun kinderen onder een auto zullen lopen.

26 september 2012

Groen wil een wandelbare stad

Groen voerde vandaag actie voor een wandelbare stad. We zijn voorstander van een netwerk van bankjes doorheen de stad. Daardoor kunnen onder meer ouderen en mensen met een handicap zich gemakkelijker te voet blijven verplaatsen.

Verspreid over het hele stedelijk gebied staan er al behoorlijk wat bankjes, maar op heel wat wandelroutes staan er maar weinig. En dat is jammer.

Marleen Demuynck (gemeenteraadslid): “In de winkelstraten staan enkele banken, en op drukke momenten zitten die banken ook overvol. Maar mensen wandelen niet alleen in de winkelstraten. Zeker voor oudere mensen of mensen met een handicap zijn de afstanden tot een volgende plek waar ze even kunnen gaan zitten soms te lang, wat hen dus hindert in hun mobiliteit. Als je weet dat je op regelmatige afstand even kunt gaan zitten, zie je het meteen ook beter zitten om te voet te blijven gaan.”

Groen is voorstander van het uitwerken van een netwerk van bankjes, en andere ingrepen, op wandelroutes doorheen de stad, opgemaakt in overleg. Dat moet een onderdeel zijn van een ruimer beleid om de stad nog toegankelijker te maken (onder meer aandacht voor voetpaden, drempels, oversteekplaatsen, …).

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Leuven doet al inspanningen om de toegankelijkheid te verbeteren, maar het kan nog een heel stuk beter. Laten we van onze stad een wandelbare stad maken. Meer bankjes zijn een belangrijk element. Wij stellen voor dat de stad via een enquête bij ouderen en mensen met een handicap, georganiseerd samen met de betrokken organisaties of adviesraden, in kaart brengt op welke wandelroutes extra bankjes nuttig kunnen zijn.”


Marleen Demuynck en Fatiha Dahmani

04 september 2012

Groene spaarkaart voor eco-shoppen

De Leuvense winkeliers kunnen een belangrijke rol spelen in het project Leuven klimaatneutraal 2030. Heel wat burgers willen graag duurzaam shoppen, maar worden daarin nog niet voldoende ondersteund. Een groene spaarkaart kan hen op weg helpen.

Leuven wil klimaatneutraal worden tegen 2030, en dat is een goede zaak. Het is ook een erg ambitieus doel, en om dat te halen zullen alle maatschappelijke groepen hun rol moeten kunnen spelen. Groen is ervan overtuigd dat ook de Leuvense winkeliers in dit project een stuwende rol kunnen spelen. Een duurzaam koopgedrag kan in het algemeen bijdragen aan een beter milieu en rechtvaardige Noord-Zuidrelaties. En zo kan het ook het kader versterken waarin Leuven klimaatneutraal kan lukken.

Fatiha Dahmani: “Er zijn nu al heel wat winkels die zich uitdrukkelijk als duurzaam profileren, wat bewijst dat er heel wat burgers op zoek zijn naar duurzame en klimaatneutrale producten. Maar dat moeten er nog heel wat meer kunnen worden. Tegelijk meer burgers en meer winkeliers overtuigen dat een klimaatneutraal Leuven vooral extra mogelijkheden biedt kan daarvoor zorgen. Dat zal echter alleen lukken als het stadsbestuur er ook uitdrukkelijk voor kiest om de winkeliers actief in dit project te betrekken. Er zijn al goede dingen gebeurd binnen het Netwerk Duurzaam Leuven, maar we zullen meer nodig hebben.”

Groen is in dat verband voorstander van het uitwerken van een ‘groene spaarkaart’. Voor een duurzame aankoop kun je dan speciale punten krijgen, die worden opgenomen op een speciale elektronische spaarkaart. Met die punten kun je dan weer andere groene producten of diensten krijgen. Het systeem bestaat al in een aantal Limburgse gemeenten, en heeft als naam e-portemonnee.

Fatiha Dahmani: “De e-portemonnee kan een sleutelrol spelen in een stevig uitgebouwd actieplan voor eco-shoppen. We stellen voor dat het stadsbestuur in overleg met de organisaties van de Leuvense winkeliers zo’n actieplan opstelt. We kunnen daarbij zeker leren van de ervaringen uit Limburg. Daar bekijkt men nu of men het systeem kan uitbouwen tot een heuse complementaire munt. Dat is nog een stap verder, die zeker ook interessante perspectieven geeft.”

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid en lijsttrekster

22 augustus 2012

Het enige gegraaf dat we hier willen, is in een zandbak

Groen voerde vandaag actie in het Bruulpark tegen de mogelijke bouw van een ondergrondse parking op deze locatie.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid, eerste plaats lijst): “Op dit moment is er een studie in opmaak over een mogelijke ondergrondse parking op deze plek. Nog eens een extra parking, bovenop wat al voorzien is, betekent nog meer auto’s aantrekken naar de binnenstad. En dat is minstens helemaal in tegenstrijd met de plannen om Leuven klimaatneutraal te maken. Uit de nulmeting weten we dat 25% van de CO2-uitstoot afkomstig is van de sector mobiliteit. Dat wil zeggen dat we de volgende jaren actief werk zullen moeten maken van een vermindering van die emissies, en dat kan enkel als we alle mogelijkheden gebruiken om het aantal autoverplaatsingen naar beneden te krijgen. De resultaten van de studie over de Bruulparking worden verwacht tegen eind 2012. Het zou onaanvaardbaar zijn als er nog dit jaar zou beslist worden om verder te gaan op het spoor van een Bruulparking.”

Toon Toelen (provincieraadslid, tweede plaats lijst): “Nu de ambitie om klimaatneutraal te worden is vastgelegd, zou er een grondige bijsturing moeten komen van de mobiliteitsvisie voor deze stad. Tot nu heeft Leuven altijd geweigerd uitdrukkelijke ecologische doelstellingen zoals een vermindering van de CO2-uitstoot op te nemen in de eigen beleidsplannen voor de mobiliteit. Nu moet dat wel gebeuren. In die context verder gaan met het project van een Bruulparking zou volstrekt in tegenstrijd zijn met de ambitie om klimaatneutraal te worden. Dat er een onmiskenbare nood zou zijn aan een parking voor de benedenstad op die locatie, is niet geloofwaardig. Er komt een grote parking op het Engels Plein, er komt normaal een parking op de ziekenhuissite, en onlangs maakte schepen Robbeets bekend dat er een rotatieparking komt op Sint-Maartensdal. Dat zal als capaciteit ruim moeten volstaan. Als er studies gemaakt worden, zou het veel zinvoller zijn om een grondige studie te maken naar mogelijke scenario’s voor duurzame ontsluiting van de binnenstad door het openbaar vervoer (met wat ons betreft ook een onderzoek van de tramoptie) en voor een forse verbetering van de mogelijkheden voor fietsverkeer.”

Fatiha Dahmani en Toon Toelen

14 augustus 2012

Samen spullen en materialen gebruiken, dat is de toekomst

Zowat iedereen heeft in huis wel een boormachine. Voor als die een keer nodig is. Maar als je zou nagaan hoe vaak je zo’n ding nu werkelijk gebruikt op een heel leven, dan zou dan nogal tegenvallen. En als je dan echt begint te klussen, heb je misschien nood aan een zwaardere machine dan die je zelf hebt. En die grote ladder die je nodig hebt, of die aanhangwagen, waar vind je die?

Samen dingen gebruiken, dat klinkt voor sommigen misschien futuristisch, maar dat is niet zo. Het is vooral slim.

David Dessers (6de plaats gemeenteraadslijst): “In een ecologisch duurzame maatschappij zullen we steeds meer evolueren naar een manier van leven waarin we veel minder grondstoffen gaan gebruiken. Dat hoeft je levenskwaliteit niet te verminderen. Het kan bv. zijn dat je af en toe een autorit moet doen, maar daarom is het nog niet noodzakelijk dat je zelf een auto hebt. Met een goed systeem van autodelen in je buurt ben je perfect gesteld. Dat principe zouden we ook kunnen toepassen op heel wat spullen die we (af en toe) nodig hebben. Helemaal goed wordt het als we dit kunnen integreren in een cultuur waarin we terug meer spullen gaan repareren, in plaats van ze al te snel weg te gooien. Dat alles kan ook bijdragen tot meer sociale samenhang.”

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid en lijsttrekster): “In Leuven zijn er in het kader van de sociale economie al verschillende projecten die in de richting gaan die wij willen, maar we zouden nog enkele stappen verder willen zetten. We vragen dat er de volgende jaren actief werk wordt gemaakt van een aanbod rond samengebruik en reparatie, en dat liefst op wijkniveau. Op Vlaams niveau, onder meer bij OVAM, wordt al hard nagedacht over een ander materialenbeleid. En er zijn ondertussen in verschillende steden in binnen- en buitenland interessante initiatieven. Groen wil van Leuven een proeftuin maken voor deze nieuwe economie.”

Wat zou dit concreet kunnen inhouden?

  • Een eerste mogelijkheid is een uitleendienst van materialen. Dat kan georganiseerd worden via een project in de sociale economie. Zo heeft bv. het wijkkomitee Geuzenvelden in Schoten al jarenlang een eigen uitleendienst.  En ook de stad Antwerpen heeft een eigen uitleendienst, via het sociale economiebedrijf werkhaven Antwerpen
  • Een ander interessant initiatief is een Repair Café.  Het principe is dat mensen elkaar helpen om allerlei spullen te repareren. Mensen brengen hun kapotte spullen mee naar het Repair Café, waar deskundigen aanwezig zijn om samen die spullen weer te herstellen.
  • Voor het delen van spullen kunnen ook sociale media worden gebruikt, zoals bewezen wordt door de originele site Spullen Delen.  Een dergelijk systeem kan ook op lokaal vlak worden opgezet.
  • Er zou ook kunnen gedacht worden aan het voorzien van buurtwerkplaatsen. Per buurt zou er dan een ingerichte werkplaats zijn, waar je bv. een grotere zaag- of schaafmachine kunt gebruiken en waar een goede werkbank is om grotere spullen in elkaar te zetten. Je zou er ook materiaal kunnen ontlenen. 
  • In Amsterdam bestaat een netwerk van sterker georganiseerde buurtwerkplaatsen, waar je ook allerlei cursussen kunt gaan volgen. 
Fatiha Dahmani en David Dessers

26 juli 2012

Het is tijd voor Groen


Laten we kiezen voor inhoud, en niet voor vermoeiende polarisering…

Vandaag stelt Groen Leuven haar verkiezingsprogramma voor voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober.

In de aanloop naar de eigenlijke campagne beginnen de verschillende partijen zich te positioneren. Volgens Groen heeft Leuven vooral nood aan een inhoudelijke campagne, en niet aan een opgeklopte polarisering die niet over inhoud maar over personen gaat. Blijkbaar denken niet alle partijen daar hetzelfde over…

Misschien vinden sommigen het nuttig om de inzet van de verkiezingen te herleiden tot ‘voor of tegen de burgemeester’ of ‘voor of tegen de NVA’. Wat ons betreft, is dat alleszins niet de inzet van de verkiezingen. Het gaat over de richting die we met deze stad uit willen gaan. De volgende jaren gaan we waarschijnlijk naar grote maatschappelijke veranderingen: snelle klimaatverandering, uitputting grondstoffen, toename kloof tussen rijk en arm overal ter wereld, onzekere financiële en economische perspectieven. De veilige schema’s van zwart en wit zijn misschien handig om politieke tijd te winnen, maar de burgers van deze stad verdienen beter. Groen wil die uitdaging wel opnemen, en stelt een sterk inhoudelijk verhaal voor, met toekomstgerichte ideeën.

In het programma van Groen zijn enerzijds heel wat concrete voorstellen of pistes opgenomen, geordend volgens de drie inhoudelijke prioriteiten van onze campagne: (1) klimaatneutrale ecostad van de toekomst, (2) een stad op mensenmaat, waar er plaats is voor iedereen, (3) een stad waar burgers weer ruimte krijgen. Anderzijds hebben we tien visionaire pilootprojecten uitgewerkt. Die staan telkens symbool voor de richting die we met deze stad uit willen gaan. Ze zijn vernieuwend, maar haalbaar, en realiseerbaar in de volgende legislatuur.

Een samenvatting van ons programma in tien punten:

•    Om Leuven klimaatneutraal te maken tegen 2030 moet Groen mee aan het stuur. We zijn blij dat Leuven de ambitie om klimaatneutraal te worden heeft vastgelegd. Om die ook te halen, zal er echter een heel ander beleid nodig zijn dan wat we de voorbije jaren zagen. Met Groen mee in het bestuur kunnen we dit halen, onder meer door de oprichting van een lokaal energiebedrijf en een ambitieus klimaatplan met scherpe doelstellingen.

•    Duurzame mobiliteit betekent keuzes maken. Het is duidelijk gebleken uit de nulmeting voor Leuven klimaatneutraal: 25% van de CO2-uitstoot komt van de mobiliteit. Niet alleen omwille van doorstroming, maar ook omwille van ecologische aspecten zullen we keuzes moeten maken. Het aantal individuele autoverplaatsingen zal achteruit moeten. Dat kan door een sterk openbaar vervoer, met op termijn een tram in Leuven en door (eindelijk) een keuze om van Leuven een echte fietsstad te maken. Dit betekent onder meer: veel ruimere toepassing van autodelen, meer plaats voor de fiets bij nieuwe bouwprojecten, een fietsambtenaar of fietsdienst, meer fietsenstallingen (bovengronds), geen parking onder De Bruul, meer auto-arme zones in alle deelgemeenten.

•    Versterk de groene veerkracht van de stad. Vergeleken met andere steden is er in Leuven nog een relatieve hoeveelheid groen aanwezig. Maar dat is niet genoeg. Het resterende publieke groen staat onder druk door bouwprojecten. Waardevolle groene plekken worden vervangen door ‘functioneel’ groen dat vooral ‘clean’ moet zijn. Voldoende groen zorgt voor een betere fysieke en mentale gezondheid. Maar het maakt de stad ook veerkrachtiger met het oog op de klimaatverandering. Groen wil daarom een offensief beleid van vergroening, met onder meer gevel-, dak- en tegeltuinen.

•    Geef de groene economie een kans. Als we de economie van de toekomst een kans willen geven, moeten we voorbij de ‘oude’ agenda van meer bedrijventerreinen en minder belastingen durven denken. Of onze bedrijven in staat zijn in te spelen op een veranderend klimaat en op de schaarste aan grondstoffen, dat zal minstens zo belangrijk zijn voor duurzame werkgelegenheid. Groen wil dat Leuven zich uitdrukkelijk richt op de groene economie. We zijn onder meer voorstander van een beleid van herinrichting van bedrijventerreinen (compact ruimtegebruik, samengebruik energie en grondstoffen, …). Een stevig uitgebouwde lokale voedselstrategie is ook een onderdeel van deze keuze.

•    Naar een offensief en duurzaam woonbeleid. Bij het begin van de huidige legislatuur werden ambities uitgesproken over het aantal te realiseren betaalbare woningen. Het is duidelijk dat die doelstellingen niet werden gehaald. De situatie op de woningmarkt in het relatief rijke Leuven voor mensen met een gemiddeld tot laag inkomen is erg problematisch. Groen wil een heroriëntering en aanscherping van het lokaal woonbeleid: ondubbelzinnig inzetten op duurzaam bouwen, een actieve rol voor het AGSL, nieuwe concepten als Community Land Trust en pilootprojecten rond samenhuizen, blijvende investering in sociale woningen.

•    De armoede bestrijden, niet de armen. Sommige partijen doen blijkbaar niets liever dan permanent een beeld te creëren van een sociaal stelsel dat boven zijn stand leeft en grote horden ‘profiteurs’ die zich niet zouden willen inzetten. De werkelijkheid is heel anders: voor steeds meer mensen wordt het almaar moeilijker om nog mee te kunnen in onze snelle en steeds hardere consumptiemaatschappij. Ook in deze stad neemt de armoede toe. Groen wil een sociaal beleid dat zich vooral richt op het bestrijden van de armoede, niet van de armen. De dienstverlening van het OCMW moet dus minstens op peil blijven, en zo mogelijk verder versterkt. Groen blijft onder meer voorstander van een LOI (= lokaal opvang initiatief voor vluchtelingen) en vraagt ook een sterkere verankering van sociale clausules bij aanbestedingen.

•    Plaats voor kinderen en jongeren. Een stad die op maat is van kinderen en jongeren is een stad die goed is voor iedereen. Zorg dus voor genoeg ‘vrije’ ruimte, om te spelen, rond te hangen en te fantaseren. Gebruik kinderen en jongeren als partner in een participatiemodel voor voorzieningen. En repressief optreden tegen rondhangende jongeren via een GAS is voor Groen geen goed idee.

•    Plaats voor ouderen. Hoe langer ouderen actief en zelfstandig kunnen leven en wonen hoe beter dat is voor hen, en voor de gemeenschap als geheel. Groen wil een aantal nieuwe accenten leggen. Zo zijn we voorstander van het ondersteunen van nieuwe woonvormen als samenhuizen voor ouderen (bv. via het Abbeyfieldmodel). We zijn ook voorstander van het uitwerken van veilige en comfortabele staproutes doorheen de hele stad, met bankjes op regelmatige afstand (en dus niet enkel in de winkelstraten).

•    Een participatiecharter voor een andere beleidscultuur. “We zijn toch verkozen, dus wat is dan het probleem?” Dat is de essentie van de beleidscultuur van de huidige meerderheid. Dit stadsbestuur is goed in het in glimmende brochures uitleggen wat bestuurders in de plaats van burgers beslist hebben. Het concept ‘participatie’, het actief mee laten denken door burgers, wordt meewarig bekeken of als ‘vervelend’ beschouwd. Groen wil een radicale breuk in deze beleidcultuur, en vraagt dat systematisch wordt gekozen voor een participatieve aanpak, onder meer bij grote bouwprojecten. Die nieuwe cultuur zou bij het begin van de nieuwe legislatuur moeten vastgelegd worden in een participatiecharter.

•    Met een open blik naar de wereld kijken, en niet terugplooien op een eiland. Sommige partijen lijken van het stimuleren van zelfgenoegzaamheid en populisme steeds meer hun handelsmerk te maken. Debatten over het samenleven van de verschillende gemeenschappen in dit land, verschillende culturele groepen in deze stad, of migratie en asiel worden steeds harder en meer onverdraagzaam. Groen wil hier radicaal tegenin gaan. We willen dat Leuven actief blijft kiezen voor solidair samenleven. Groen is verder voorstander van een sterk cultuurbeleid, dat ook durft kiezen voor experiment en verrassing, en niet alleen voor commercie of stoffigheid. We willen alleszins mee zoeken naar de best mogelijke oplossing voor een nieuwe podiumkunstenzaal, zoals gevraagd door de culturele sector in deze stad.

Meer dan ooit een nuttige stem: het positieve alternatief

Het is tijd voor Groen. Die slogan vat de strategische positie van onze partij bij deze verkiezingen samen.

•    Het is helemaal niet zo dat er maar twee keuzes zouden zijn op 14 oktober. Er is een sterk en vooral ook positief alternatief, en dat is Groen. Er zijn veel goede dingen gebeurd in Leuven de voorbije jaren, maar er zijn ook enorm veel kansen gemist om Leuven op een meer duurzaam en toekomstgericht spoor te zetten. Wie echt beweging wil krijgen in de Leuvense politiek, wie niet wil toegeven aan polarisering en onverdraagzaamheid, wie terug wil naar inhoudelijk debat in plaats een focus op enkele figuren, die heeft in Groen haar of zijn beste bondgenoot.

•    Groen wil deze stad mee gaan besturen. En we herhalen wat we daarover al een hele tijd zeggen. Groen kiest niet voor antipolitiek tegen de burgemeester, of tegen de meerderheidspartijen. Groen wil wel een serieuze bijsturing van het beleid. Wie naar de cijfers van de voorbije parlementsverkiezingen kijkt, moet vaststellen dat het verder zetten van de huidige coalitie helemaal geen zekerheid is. Wij hopen dat alle partijen dat goed beseffen. Na de verkiezingen zullen er waarschijnlijk verschillende opties mogelijk zijn. De beste garantie voor een bestuursploeg die kiest voor duurzaamheid, sociale samenhang en een andere bestuurscultuur is Groen. Er is dus wel degelijk een keuze mogelijk, voor een positief alternatief, en dat is Groen.


Fatiha Dahmani en Jan Mertens, donderdag 26 juli 2012

23 juli 2012

Groen vraagt invoering van een sociale clausule bij aanbestedingen


Onlangs werd het beheer van de nieuwe fietsenparking onder het De Somerplein toegewezen aan het bedrijf Apcoa. Velo greep – tegen de verwachtingen in – naast de opdracht. Een dergelijke situatie kan in de toekomst vermeden worden door de verankering van een sociale clausule in de Leuvense beleidspraktijk.

Bij de toekenning van het contract aan Apcoa verklaarde het schepencollege dat men, gezien het prijsverschil in de offertes, niet anders kon dan het contract toekennen aan het bedrijf. Zoals de aanbesteding nu was opgesteld, werd er vooral gekeken naar de prijs, en minder naar andere criteria. Er is wel bepaald dat de uitvoerder kansengroepen moet inschakelen.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Wij betreuren dat deze opdracht niet werd toegekend aan Velo, een bedrijf in de sociale economie dat zonder twijfel veel meer ervaring heeft in het werken met kansengroepen dan Apcoa. Hiermee geven we als stad een slecht signaal naar de sociale economiebedrijven op ons grondgebied. We hebben nog vragen bij de argumentatie van de toekenning, maar het zou kunnen dat met de aanbesteding zoals ze nu was opgesteld Apcoa de beste kandidaat leek. Of dat ook zal blijken in de praktijk, moeten we nog afwachten. We hopen dat er na een jaar een zeer grondige evaluatie zal gebeuren van de manier waarop het bedrijf kansengroepen heeft ingeschakeld. Het stadsbestuur zou nu vooral moeten leren uit deze ervaring en voorkomen dat een dergelijke situatie zich herhaalt in de toekomst. En dat kan door een sociale clausule te verankeren in de beleidspraktijk van de stad.”

Via een sociale clausule kan de overheid in een aanbesteding sociale accenten leggen, bij de uitvoering, de gunning of ook de opdracht. Dergelijke clausules zijn juridisch mogelijk en worden zelfs aangemoedigd in federale en Vlaamse actieplannen (zie achtergronddossier Minderhedenforum).

Louis Debruyne (OCMW-raadslid): “Wat stellen we concreet voor? We zouden willen dat stad en OCMW in hun beleidspraktijk zoveel mogelijk een sociale clausule verankeren. Het eenvoudigst kan dit bij de uitvoering van een opdracht. Dit houdt in dat het gemeentebestuur een bepaald engagement vraagt in tewerkstelling, stage of begeleiding van maatschappelijk kwetsbare groepen tijdens de uitvoering van de opdracht. Een dergelijk systeem bestaat al in Gent. Maar we zouden nog een stap verder willen gaan. Voor de gunning van het contract voor de fietsenparking had de stad uitdrukkelijk kunnen inschrijven dat de opdracht zou gaan naar beschutte of sociale werkplaatsen en sociale inschakelingseconomie. Dat dat voor zo’n opdracht mogelijk is, wordt bewezen door het contract van de NMBS-holding voor de uitbating van het Fietspunt.”

Groen vraagt dat stad en OCMW onderzoeken hoe ze verschillende vormen van sociale clausules structureel kunnen verankeren in hun beleidspraktijk. Vooral voor de gunning van grotere opdrachten zou een sociale clausule erg nuttig kunnen zijn en zo een positief effect hebben op de kansen van maatschappelijk kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De clausule zou minstens betrekking moeten hebben op de uitvoering, maar wanneer mogelijk ook moeten gelden bij de omschrijving van de opdracht.

Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid en Louis Debruyne, OCMW-raadslid

20 juni 2012

Lobby bedrijfsleven laat Rio+20 vastlopen

2012-06-20 | Bron: Milieudefensie |

De VN-duurzaamheidstop Rio+20 in Brazilië is volledig vastgelopen in een grindbak van gevestigde bedrijfsbelangen. Die conclusie hebben Milieudefensie en koepelorganisatie Friends of the Earth International getrokken tijdens een bijeenkomst in Rio de Janeiro op 20 juni. Het internationale bedrijfsleven heeft er volgens de organisaties middels een sterk georganiseerde lobby binnen de VN voor gezorgd dat mondiale duurzaamheid onbereikbaar wordt. 'Het grootste huis van de democratie moet het belang van volkeren en de wereld centraal stellen en niet de oren laten hangen naar de commerciële belangen van de industrie en banksector', aldus campagneleider Geert Ritsema van Milieudefensie.

De eerder vandaag overeengekomen concept-eindtekst, tot stand gekomen tijdens de voorbereiding op de officiële Rio +20-top, is volgens Milieudefensie een tandenloos compromis. Problemen op het gebied van klimaat, voedsel- en watertekorten, landbouw, sociale gelijkheid en economie worden op geen enkele wijze het hoofd geboden. Er zijn bovendien geen toezeggingen gedaan over de afschaffing van subsidies op fossiele brandstoffen, belasting op financiële transacties en over het omzeilen van belastingen door multinationals.

Milieudefensie waarschuwde eerder deze week al dat de duurzaamheidstop in Rio door het bedrijfsleven is gekaapt. Uit een onderzoek van de organisatie blijkt dat Shell zich in vrijwel alle relevante lobbyorganen en VN-instituten heeft genesteld. Friends of the Earth International geeft in het rapport 'Reclaim the UN from corporate capture' aan dat Shell geen uitzondering vormt, maar dat de invloed van multinationals doorslaggevend is geworden.

Er zijn enkele lichtpuntjes in de concept-eindtekst. Passages over de zogenoemde 'groene economie' -het idee dat natuurlijke hulpbronnen altijd voor de hoogst biedende te koop zijn- zijn onder druk van de ontwikkelingslanden sterk afgezwakt. Milieudefensie is echter van mening dat het misleidende bedrijfsconcept 'groene economie' helemaal van tafel moet.

Milieudefensie en Friends of the Earth International roepen de Verenigde Naties op zich na het vastlopen van Rio +20 te herpakken en de invloed van het bedrijfsleven op de VN drastisch terug te dringen.

17 juni 2012

Een lokaal energiebedrijf voor meer energie-autonomie, dat wil Groen in Leuven



Leuven wil klimaatneutraal worden tegen 2030. Een goed voornemen, maar er zal nog hard gewerkt moeten worden om dat ook te realiseren. Groen heeft alvast heel wat ideeën klaar, en een daarvan is een lokaal energiebedrijf. Dat model bestaat al in verschillende Nederlandse gemeenten, en ook in Hasselt.

Bij het streven naar een klimaatneutrale stad is nadenken over een grotere zelfvoorziening op het vlak van energie een sleutelelement. Ernaar streven om alle elektriciteit die in Leuven wordt verbruikt ook lokaal duurzaam te produceren, dat moet het doel zijn.Groen is in dat verband voorstander van de oprichting van een lokaal energiebedrijf, dat alle projecten kan coördineren.

Zo’n energiebedrijf is geen fictie, het bestaat al op andere plaatsen. Zo wil de stad Hasselt overgaan tot de oprichting van een eigen energiebedrijf. Concreet wordt het energiebeheer van de stad ondergebracht in een IVA (Intern Verzelfstandigd Agentschap). Men wil werk maken van rationeel energiegebruik en productie van hernieuwbare energie. In het energiebedrijf wil de stad zelf een meerderheid van aandelen houden. Daarnaast wil men partners zoeken bij bedrijven die in de sector actief zijn, en ook bij burgers. Burgers kunnen zo via een coöperatie aandeelhouder worden. Een interessant model dus, dat mogelijkheden geeft om een samenwerking tussen overheid, bedrijven en burgers concreet vorm te geven.

Ook in Nederland zijn er al verschillende gemeentes die ondertussen hun eigen energiebedrijf hebben opgericht, zoals bv. de gemeente Dordrecht. Het energiebedrijf kan opbrengsten van deelprojecten opnieuw investeren in andere, zo blijven ze binnen de coöperatie. Men wil aan burgers mogelijkheden bieden om in hun woningen te investeren, via een aanbod van bv. energiescans en zonnedaken.

28 mei 2012

Speech tijdens brunch Groen Leuven

Vandaag organiseerde Groen haar jaarlijkse brunch. Die brunch was meteen de start van de campagne van Groen in Leuven en de rest van de provincie Vlaams-Brabant.

Fatiha zette in haar speech de uitdaging voor Groen in Leuven uiteen.

Meer foto's van de brunch.

21 april 2012

Groen vraagt de plaatsing van geluidschermen te onderzoeken nabij spoorlijn


Steeds meer wordt er ook ’s nachts met de trein gereden, vooral dan voor goederentransporten. Het gaat over treinverkeer enerzijds richting Ottignies en anderzijds richting Antwerpen. Dat verkeer zorgt voor behoorlijk wat nachtlawaai.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “We hebben de voorbije weken van verschillende mensen, onder meer in Heverlee en ook in Kesseldal, gehoord dat er echt wel veel nachtlawaai is. We hebben vanzelfsprekend niets tegen goederenverkeer per spoor, maar het zou toch goed zijn te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de impact van het lawaai te verminderen, bv. door het plaatsen van geluidschermen. Een eerste stap zou kunnen zijn om geluidmetingen te doen over een voldoende lange periode, om zo de situatie goed in te kunnen schatten.”

We hebben hierover een schriftelijke vraag gesteld aan het stadsbestuur.

Fatiha Dahmani: “Onze vraag is dat het stadsbestuur met de spoorwegmaatschappij zou overleggen om te zien of er mogelijkheden zijn om geluiddempende investeringen te doen.”


Fatiha Dahmani, gemeenteraadslid

14 april 2012

Breng Groen aan zet in Leuven op 14 oktober 2012


Vandaag stelde Groen haar lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen voor (zie de bijlage voor details). We hebben een sterke en diverse lijst, een combinatie van ervaring, verjonging en vernieuwing. De lijst wordt getrokken door Fatiha Dahmani, en geduwd door Eva Brems. Samen met alle andere kandidaten, zoals Toon Toelen op de tweede en Lies Corneillie op de derde plaats staan we klaar voor een stevige campagne.

Voor ons is de strategische inzet in drie punten samen te vatten:

  • Groen is het positieve alternatief. Wij willen niet meedoen met antipolitiek, en geloven al helemaal niet in de strategie van partijen die enkel uit zijn op polarisering. Wij willen wel een ander beleid voor deze stad, en dat is een positieve inzet. Wie van Leuven een duurzame klimaatneutrale ecostad wil maken, een stad waar er plaats is voor iedereen en niet alleen voor wie rijk is, en een stad waarin er eindelijk wordt geïnvesteerd in participatie, die heeft in Groen de beste bondgenoot.
  • We willen meer groene raadsleden. Met vijf raadsleden en een OCMW-raadslid hebben we al een stevige groene vertegenwoordiging in Leuven. Maar als we echt nog meer willen wegen hebben we meer raadsleden nodig.
  • We willen deze stad mee besturen. Leuven heeft meer dan ooit nood aan stevige scheut Groen in de politiek. Zoals de kaarten nu liggen, is het helemaal niet zeker dat de huidige meerderheidspartijen hun meerderheid zullen behouden. Groen staat klaar om mee verantwoordelijkheid op te nemen, maar dan wel in een bestuursakkoord dat een andere richting uitgaat dan het beleid van de huidige ploeg.

De inzet is duidelijk. De volgende zes maanden willen we de kiezers overtuigen van ons project. Wie, net als wij, droomt van een duurzame en rechtvaardige stad waar burgers actief gewaardeerd worden, die moet groen stemmen. Wie, ook net als wij, veel vragen heeft bij het beleid van de huidige meerderheid en tegelijk niet wil meedoen met een negatief opbod, die moet kiezen voor het positieve groene alternatief.

We zijn er klaar voor. De volgende weken zul je zeker nog van ons horen. Binnenkort komen er weer acties, stellen we ons programma voor, en nog veel meer. Breng Groen aan zet op 14 oktober, dat is waar het om gaat in deze kiesstrijd.


Jan Mertens, voorzitter

29 februari 2012

Groen Leuven voerde actie voor een sterker woonbeleid

Vanmiddag, woensdag 29 februari,  voerden enkele leden van Groen Leuven op de Bondgenotenlaan actie voor een sterker woonbeleid.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “Wonen in Leuven wordt steeds duurder. Veel mensen willen hier wonen, maar het wordt steeds moeilijker. Daarom voerden we vandaag actie. Het woonbeleid moet volgens ons een belangrijk thema worden bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. In onze actie beeldden we uit hoe verschillende types van gezinnen moeite hebben om nog een woning te vinden. In een gesimuleerde openbare verkoop lieten we zien dat het voor mensen met een gemiddeld of klein inkomen soms bijna onmogelijk wordt om nog een huis te kopen.”
Groen wil nu al enkele voorstellen doen. Die zullen later in ons programma terug te vinden zijn.

Groen wil een stad waar iedereen kan wonen

Heel wat mensen kunnen niet meer mee in het opbod van de Leuvense vastgoedprijzen. Hopelijk wordt Leuven geen stad waar alleen nog rijken kunnen wonen.

De voorbije jaren zijn er heel wat bouwprojecten opgestart. Het stadsbestuur heeft een aantal initiatieven genomen. We kunnen echter alleen maar vaststellen dat voor steeds meer mensen wonen in Leuven zo goed als onbetaalbaar is geworden. Dat er geen simpele mirakeloplossingen zijn, weten wij ook. Maar als we woonbeleid in deze stad niet bijsturen, zal het nog moeilijker worden, en dat kan voor ons echt niet.

Enkele groene voorstellen:
  • Blijven investeren in voldoende sociale woningen. We zullen de volgende jaren door moeten gaan met het voorzien van voldoende sociale woningen. Anders worden kwetsbare mensen nog meer uit de woningmarkt geduwd.
  • Een actievere woonpolitiek door het AGSL. Het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven (AGSL) heeft de voorbije jaren al een aantal woonprojecten opgezet. We willen dat het AGSL een nog actievere rol gaat spelen op de woningmarkt, onder meer voor mensen met een gemiddeld inkomen.
  • Nieuwe woonvormen. Heel wat mensen, van jong tot oud, zijn op zoek naar eigentijdse vormen van wonen zoals samenhuizen. Met een aantal alleenwonenden of gezinnen samen een huis delen, dat is sociaal en ecologisch interessant. Groen wil dat er meer ondersteuning komt voor deze woonvormen.
  • Compact bouwen en publiek groen. Er komen de volgende jaren nog veel mensen bij in Leuven. Als we de stad leefbaar willen houden voor iedereen, dan moeten we gaan naar een kwaliteitsvolle verdichting. Compact bouwen, in creatieve architectuur, en dat combineren met het voorzien van genoeg publieke groene ruimtes, dat is de toekomst.
  • Een woning verwerven zonder de grond. Er wordt op veel plaatsen al nagedacht over nieuwe woonformules zoals erfpacht of een ‘Community Land Trust’. Via zo’n formule kunnen mensen een woning verwerven zonder dat ze de grond erbij moeten kopen. Die blijft eigendom van een woningvereniging en zo wordt een woning weer betaalbaar voor gezinnen.
  • Participatieve planning. Er bestaat in deze stad geen traditie van participatie van burgers bij allerlei projecten. Dat wil Groen veranderen. We willen dat (toekomstige) bewoners actiever betrokken worden bij de uitwerking van bouwprojecten, en dat vanaf een vroeg stadium.
  • Vraag sociale investeringen van projectontwikkelaars. Groen wil dat nog meer dan nu aan projectontwikkelaars wordt gevraagd om voldoende sociale investeringen te doen (zoals voorzien van woningen aan vaste prijs of voor kwetsbare groepen) in ruil voor een bouwvergunning.
  • Woonbemiddelaar. Onder meer heel wat oudere mensen wonen in een woning die niet echt aangepast is. Maar overstappen naar een andere woonvorm is niet altijd gemakkelijk. Groen is voorstander van bemiddelaars die mensen kunnen helpen bij het zoeken van de voor hen beste oplossing, zonder overgeleverd te worden aan commerciële diensten.
  • Betere bescherming van huurders. Groen wil dat Leuven beter controleert of huurprijzen worden geafficheerd, zoals de wet oplegt, om zo kwetsbare huurders beter te beschermen. Binnen de nieuwe projecten zou ook voldoende ruimte moeten zijn voor kwalitatieve huurwoningen, want niet iedereen kan of wil kopen.
  • Duurzaam bouwen. Alle nieuwe bouwprojecten zouden moeten voldoende aan strenge normen op het vlak van duurzaamheid. Nu investeren in woningen die zo weinig mogelijk energie gebruiken, zoals passiefhuizen, is sociaal de beste keuze in een tijd van stijgende energieprijzen.
Fatiha Dahmani

05 februari 2012

Grootschalige studentenhuisvesting? Ja, maar graag in een sterker sociaal en ecologisch kader

3 februari 2012

Vorige week kondigden het stadsbestuur en de universiteit een plan aan voor de realisatie van een groot aantal kamers voor studenten. Groen vindt het goed dat er gecoördineerd zal gewerkt worden, maar stelt zich nog vragen bij de voorwaarden die zullen gehanteerd worden voor de concrete bouwdossiers. De stad mag best wat scherpere sociale en ecologische eisen stellen.

Groen Leuven heeft op de gemeenteraad van maandag 30 januari een bijeenkomst gevraagd van een gemeenschappelijke commissie huisvesting en ruimtelijke ordening over de plannen voor grootschalige studentenhuisvesting. Groen vindt het positief dat de stad en de KU Leuven een plan uitgewerkt hebben om samen iets te doen aan het tekort aan studentenkamers. Toch heeft Groen nog heel wat vragen bij de plannen voor 3.500 kamers die vorige week voorgesteld werden.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid): “We vinden dat de stad een grotere inspanning moet vragen van projectontwikkelaars die zich op deze lucratieve markt begeven, zowel op sociaal als ecologisch vlak.”

Privéontwikkelaars die een samenwerkingsovereenkomst (SWO) met een onderwijsinstelling afsluiten, zullen niet moeten voldoen aan het grond- en pandendecreet (voorzien van sociale woningen). Impliciet wordt aangegeven dat dit sowieso geldt voor de ongeveer 1.000 kamers die de universiteit zelf zal bouwen. Deze afwijking van het grond-en pandendecreet vinden we zeer triest. Het stadsbestuur moet zelf toegeven dat het er niet in slaagt om de voor deze legislatuur vooropgestelde 1.000 betaalbare woningen te bouwen.

De evaluatie van de parkeernorm vinden we bespreekbaar, op voorwaarde dat in de SWO een duidelijk mobiliteitsluik opgenomen is dat radicaal inzet op fiets en openbaar vervoer. Bovenal is het belangrijk om te weten wat de duurtijd is van deze SWO’s en wat de sancties zijn indien ze na verloop van tijd niet meer nageleefd worden.

Groen wil ook meer duidelijkheid over hoe de lijst van strategische sites die in aanmerking komen voor grotere studentenprojecten tot stand is gekomen.

Bovenal vindt Groen het onaanvaardbaar dat geen van de opgelegde voorwaarden ecologisch is. Met het oog op de doelstelling om van Leuven een klimaatneutrale stad te maken tegen 2030 zouden dergelijke grote studentenhuisvestingsprojecten moeten voldoen aan de voorwaarden van passiefbouw, en op een innovatieve manier moeten omspringen met mobiliteit, afvalbeheersing en bevoorrading. Als hierover geen voorwaarden opgelegd worden, dan geeft dit stadsbestuur te kennen dat de Leuvenaar deze belofte niet serieus hoeft te nemen zolang de tandem Tobback-Devlies het voor het zeggen heeft.

Fatiha Dahmani (gemeenteraadslid) en Lies Corneillie (Jong Groen)