10 oktober 2012

Mobiliteit, het kan anders

Als we kijken naar de programma’s van de andere partijen, dan zien we dat zij beseffen dat de groene analyses over de niet-duurzaamheid van het huidige mobiliteitsmodel kloppen. Ze weten dat de richting die we uit zouden moeten gaan ligt in de visie die de Groenen al jaren verdedigen.

Maar ze willen zo graag doorgaan met een en/en-beleid, en dat is volgens ons geen goede optie. Je kunt niet tegelijk zeggen dat je wel meer fietsers wilt, als je ook zegt dat je minder bussen wilt en dat je ook nog eens bezoekers van buiten de stad met auto’s wilt aantrekken via de bouw van nieuwe parkings.

Doorgaan op de bekende weg zorgt niet alleen voor een file op de weg, het zorgt ook voor een file in het hoofd, en het blokkeert zo de uitweg naar de toekomst. En die zal klimaatneutraal zijn of niet zijn.

Het is merkwaardig dat het debat over de fiets voor velen nog steeds een ideologisch debat is, terwijl het eigenlijk vooral om efficiëntie gaat. In het hoofd van velen, onder meer in het Leuvense stadsbestuur, heb je aan de ene kant vervoermiddelen, en aan de andere kant fietsen. Nochtans is de fiets het meest snelle en efficiënte vervoermiddel in het stedelijk gebied. Maar je kunt niet zeggen dat mensen moeten fietsen als je er niet voor durft kiezen. De voorbije weken hoorden we in de Leuvense debatten al twee schepenen zeggen dat ze hun eigen kinderen nauwelijks met de fiets de stad in durven laten gaan. Misschien is dat geen toeval, gezien de regelmatig herhaalde uitspraak van onze burgemeester dat ‘wat voor een automobilist geldt, dan ook maar voor een fietser moet gelden’. Alleen als je echt kiest VOOR de fiets, en niet enkel hoopt dat er meer fietsers zullen komen, kun je mensen overtuigen om zeker voor de korte verplaatsingen de auto te laten staan.

Het debat over het openbaar vervoer wordt vaak al even populistisch gevoerd. Het is een sport geworden, onder meer bij de andere Leuvense partijen om De Lijn te beschuldigen van de eigen besluiteloosheid. Pleiten voor minder ‘hinderlijke’ bussen gaat er bij velen in als koek, maar je moet dan ook de vraag beantwoorden hoe je dan wel een sterk openbaar vervoer zult organiseren in een stad die klimaatneutraal wil worden. Groen zegt al jaren: stap uit de busfile die zich blijkbaar in het hoofd van sommigen bevindt, en zet de stap vooruit, naar de tram.

En in de klimaatneutrale stad van de toekomst zullen er nog auto’s zijn, en daar is op zich niets mis mee. We zullen echter wel ons mobiliteitsysteem volgens een heel ander concept organiseren. Als je een auto nodig hebt, moet je die kunnen gebruiken, maar daarom hoef je nog niet zelf die auto te bezitten. Een model van doorgedreven carsharing geeft geweldige perspectieven. In zo’n model kun je veel beter elektrische voertuigen integreren. Je hebt veel minder plaats nodig om te parkeren. En mensen zullen meer gestimuleerd worden om de auto selectiever te gebruiken, niet voor al die korte verplaatsingen die je even goed met de fiets of te voet kunt doen.

De klimaatneutrale stad is ten slotte ook een wandelbare stad. Laten we onze stad bv. zo inrichten dat oudere mensen of mensen die nog moeilijk kunnen stappen op regelmatige afstand een bankje vinden. Bankjes horen niet alleen thuis in de winkelstraat, maar ook op alle gewone looproutes. Laten we onze stad zo maken dat ze overal op maat is van kinderen, want daar worden we allemaal beter van.

Je hoort wel eens dat Groen tegen het verkeer is. Wat een onzin. Groen is voor het verkeer: fietsverkeer, wandelverkeer, tramverkeer, … We zijn vooral voor het verkeer tussen mensen. We zijn voor steden en dorpen waarin mensen weer met elkaar kunnen verkeren, waar ze gezonde lucht kunnen inademen, en waar ze niet de hele tijd bang moeten zijn dat hun kinderen onder een auto zullen lopen.

Geen opmerkingen: