23 januari 2013

In mijn achtertuin,graag!

In mijn achtertuin, graag




Burgers houden regelmatig met succes de bouw van nieuwe windturbines tegen. De protesten zijn vaak fel en efficiënt. Binnen korte tijd worden actiegroepen uit de grond gestampt die kunnen rekenen op brede steun. Resultaat? Een smadelijke aftocht van energiebedrijven. Maar waar dan wel? De lijst met mislukte windenergieprojecten is lang en dreigt nog veel langer te worden.

Boze burgers communiceren dankzij internet makkelijk met elkaar en leren van elkaar. Iedere nieuwe protestgroep kan eenvoudig teren op de ervaring van voorgangers. Dat maakt burgers effectiever dan ooit en zorgt voor kopzorgen bij bestuurders die een groenere samenleving willen realiseren. Want als iedereen zijn achtertuin leeg weet te houden, dan gaat straks het licht toch echt uit. Dat energie duurzamer moet worden opgewekt, lijkt echter een breed gedragen wens onder de Nederlandse bevolking. Maar waar moet dat dan gebeuren? Iedereen wil – liefst groene – stroom uit het stopcontact, maar niemand wil een windmolen of biovergasser in zijn of haar omgeving. Dat blijkt wel uit alle lokale protesten. Not In My Back Yard of kortweg nimby heet het verschijnsel in de volksmond, en het levert inmiddels grote hinder op bij het vergroenen van de samenleving.

Een actueel voorbeeld van de nimbytendens is het protest tegen de winning van schaliegas in Boxtel en Haaren. Stichting Schaliegasvrij Nederland ging er op de barricaden. Met succes, er komen daar geen boringen naar schaliegas. Opmerkelijk wapenfeit: gaandeweg keerden beide gemeentebesturen zich tegen de gasboringen. Hoe kregen de actievoerders dat voor elkaar? Ko van Huissteden, voorzitter van de stichting en toevallig ook aardwetenschapper, weet wel waarom.

‘Mijn advies aan iedere burger die te maken krijgt met plannen voor de winning van schaliegas, is om zich goed te informeren. Als je precies weet wat de plannen zijn, kun je naar de gemeenteraad stappen en precies uitleggen waarom het een slecht idee is. Dáár, in de politiek, moet het vervolgens gaan leven.’ Lagere overheden die zich door burgers laten opstoken tegen landelijk energiebeleid, blijkt een effectieve protestmethode. Inmiddels liggen alle plannen voor boringen op de plank, in afwachting van onderzoek naar mogelijke risico’s.

Mensen in heel Europa hebben de afgelopen jaren effectieve methodes ontdekt om samen energievoorzieningen uit hun achtertuinen te weren. Zelfs als het om ogenschijnlijk zeer duurzame initiatieven gaat. Heeft de effectieve manier van protesteren het definitief onmogelijk gemaakt om de maatschappij te vergroenen?

‘Nee’, zegt Maria Pia Misiti, secretaris van de Associazione Pimby in Italië. ‘Het ligt er maar helemaal aan hoe je het aanpakt.’ Haar organisatie – de naam staat voor Please In My Back Yard – probeert planners, politici en bevolking tot een dialoog te bewegen om zo minder projecten te laten mislukken.

‘We hebben vele gevallen bestudeerd waarin mensen succesvol tegen infrastructuurprojecten protesteerden en we vonden steeds grote fouten in de communicatie door de overheid. Bij alle projecten die wél van de grond zijn gekomen, ontdekten we dat de lokale bevolking ervan profiteerde.’ Bedoelt ze dat je de steun van gemeenschappen kunt kopen? ‘Het is meer compenseren en samenwerken dan kopen. De overheid wil een nieuwe weg of een energiecentrale; maar wat hebben de lokale mensen nodig? Misschien willen ze een park, een lokale weg of een gemeenschapscentrum. Wanneer je iets verliest, bijvoorbeeld een prachtig uitzicht of stilte, dan is het redelijk om in ruil daarvoor iets te krijgen.’

Verzet van lokale gemeenschappen richt zich vaak niet op technologie als zodanig, maar meer op beleidsmakers en beslissingen die van bovenaf worden opgedrongen. Onderzoek naar maatschappelijke acceptatie van duurzame technologie versterkt dat beeld. Nimby is op zichzelf een leeg begrip, zeggen veel sociologen, een te simpele voorstelling van de complexe interactie tussen de overheid en burgers. Soms zijn hun protesten gebaseerd op werkelijke bezwaren, zoals bij schaliegas, soms zijn de protesten vooral gericht op de procedure rond energieprojecten.

Burgers willen juist de dialoog met de overheid aangaan. ‘Technologie is niet noodzakelijkerwijs het probleem, het kan ook onderdeel van de oplossing zijn’, zegt psychologe Gundula Hübner van de MartinLutherUniversität in HalleWittenberg (Duitsland). Zij bestudeerde de acceptatie van groene technologieën en milieuwetgeving door de bevolking. Hoewel ook duurzame dan wel klimaatneutrale technologie geregeld slachtoffer is van verzet, denkt ze dat duurzaamheid toch de sleutel is tot een geaccepteerde energieopwekking. Beter een windturbine dan een rokende schoorsteen, is haar conclusie.

‘Er is qua acceptatie een groot verschil tussen een kerncentrale, een kolencentrale of een windenergieproject. Mensen hebben een voorkeur voor groene technologieën’, zegt Hübner. Ze nam bovengrondse elektriciteitsdraden in Duitsland en GrootBrittannië onder de loep. Het gezondheidsrisico daarvan blijkt verschillend te worden beoordeeld door bewoners. ‘Mensen hebben minder problemen met elektriciteitsdraden als ze maar weten dat er groene stroom doorheen gaat. Vooral als mensen horen dat er stroom wordt getransporteerd die is opgewekt met kolencentrales, dan hebben ze bezwaar.’ Maar de protesten tegen windenergie dan? Bewijzen die niet dat ook duurzame energie het slachtoffer kan worden van volksverzet tegen alles dat nieuw is?

Hübner: ‘Er zijn ook voorbeelden van gemeenschappen die zich vrijwillig hebben aangemeld voor een windfarm. Het zijn niet de turbines waar mensen problemen mee hebben, ze willen vooral worden betrokken bij de beslissing waar die dingen worden neergezet. Negeer de bevolking en ze zal haar uiterste best doen om jouw plannen flink te dwarsbomen.’

Overheid en burgers in symbiose, het zou zomaar de oplossing kunnen zijn. Juist door de burger te betrekken, kom je uiteindelijk tot een veel betere beslissing. Volgens onderzoeker Jurgen Ganzevles van het Rathenau Instituut moet je niet onderschatten hoeveel ‘gewone’ mensen in korte tijd kunnen leren.

‘Burgers zijn niet zo dom als bestuurders soms denken. Uit onderzoek blijkt dat ze meestal tot dezelfde inzichten komen als experts, bijvoorbeeld als het gaat om de locatie van windmolens. Bij protesten tegen bepaalde projecten zie je dat burgers razendsnel op de hoogte zijn van voor en nadelen van bepaalde technieken. Een beetje sussen is dus niet genoeg; de overheid moet de mensen op hetzelfde niveau tegemoet treden. Spreek vooral over allerlei aspecten van een project. Hoe past het in het totaalplaatje voor energie?’ Een nóg effectiever medicijn tegen nimby is het uiteraard als burgers zelf met initiatieven komen voor groene energie.

Een mooi voorbeeld is het Schotse eilandje Gigha (spreek uit GieJa), waar de inwoners zelf drie tweedehands wind molens hebben neergezet. De energie van die molens leveren de eilanders terug aan het net en ze krijgen korting op de stroom die ze zelf afnemen. Wat de doorslag heeft gegeven, is de manier waarop de eilanders de molens beheren: samen.

Waar je ook windmolens wilt neerzetten, er zullen altijd mensen zijn die het niet mooi vinden. In een dorp in Noorwegen waren mensen ook bezig met allerlei groene energievormen. Daar had iedereen ruzie met iedereen, omdat windmolens en biovergassers daar allemaal in privaat eigendom waren. Iedereen had zijn eigen projectje en irriteerde daarmee zijn buurman die alleen de overlast had en niet de baten. De oplossing: doe het samen. Bouw niet vijf kleintjes, maar liever één grote molen.

Dit artikel is een samenvatting uit Flux, tijdschrift van het Rathenau Instituut

2013-01-22
Bron: iNSnet








16 januari 2013

Groen bedankt reinigingsdienst voor schoonmaken fietspaden

Vorige nacht kleurde de eerste sneeuw van het jaar alles mooi wit. Voor fietsers is het niet altijd een pretje om door de sneeuw te moeten. Groen ging een bedankje afgeven aan de reinigingsdienst voor hun grote inzet in het vrijmaken van fietspaden.

Sinds een aantal jaar wordt er bij sneeuwval in Leuven ook werk gemaakt van het ruimen van fietspaden, en dat is een positieve evolutie. Fietsers zijn immers extra kwetsbaar bij sneeuwweer

Raadslid Fatiha Dahmani wilde de medewerkers van de reinigingsdienst speciaal bedanken voor hun grote inzet, en ging vanmiddag bij hen langs om een fruitmand af te geven.

Fatiha Dahmani: “We waarderen heel erg dat er vanmorgen al zo hard gewerkt is om fietspaden vrij te maken. Deze mensen verdienen echt wel een extra bedankje. We hopen ondertussen dat ook de Vlaamse overheid het nodige zal doen om te zorgen voor veilige fietsroutes op de gewestwegen.”